zondag 10 november 2019

Het goede leven volgens Etty Hillesum


Een jubeljaar is ooit bedoeld geweest om stil te staan bij het leven. Is mijn leven zoals ik het zou willen? Er is altijd wel iets te vinden dat anders kan, toch? En dan volgen de vragen. Is het erg? Wil ik er iets aan doen? Kan ik dat? En hoe komt het? Ligt de oorzaak van de onvrede in of buiten mij?

Met de laatste vraag komen we bij de dagboeken van Etty Hillesum. Etty was een jonge vrouw toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Ze studeerde nog. Voor haar als joodse vrouw werd het leven moeilijker door de maatregelen die de bezetter nam. Ze is in therapie bij Julius Spier en dat heeft een onvoorstelbare invloed op haar. Haar ontwikkeling van denken is heel bijzonder voor iemand van haar leeftijd. Iedere keer als ik haar lees, ben ik weer verbaasd.

16 maart 1941
Daareven, toen ik een half uur in de zon zat op de vuilnisemmer op ons stenen platje, met het hoofd geleund tegen de wastobbe en met de zon op de sterke, donkere, nog bladerloze kastanjetakken, heb ik even heel scherp omlijnd gevoeld het verschil tussen vroeger en nu. (Etty bedoelt hier voor en na het begin van haar therapie) En waar ik vanmorgen nog veel woorden voor nodig had op weer te geven is nu gauw gezegd. Die zon op de donkere takken, de sjilpende vogels en ik op de vuilnisbak in de zon. vroeger heb ik ook vaak zo gezeten, maar zó als vanmiddag heb ik me, behoudens een heel enkele keer, nooit gevoeld. Vroeger benaderde ik zo'n boom met zon met de geest. Ik wilde voor mezelf onder woorden brengen waarom ik het zo mooi vond, ik wilde begrijpen hoe het alles in elkaar zat, dat diepe gevoel, dat oergevoel wilde ik doorgronden met m'n geest, zo geloof ik het tenminste. Ik wilde dus de natuur, eigenlijk alles, aan mij onderwerpen, ik wilde het omvatten, En het doodsimpele nu is, dat ik alles onderga. Ik loop vol met een diep gevoel, maar het is geen gevoel meer dat me uitput, maar het geeft me kracht; er loop gezond leven door m'n aderen en toen ik daar zo zat ik die zon had ik het hoofd, onbewust, gebogen, alsof ik daardoor nog meer onderging het nieuwe levensgevoel. En ik doorvoelde plotseling hoe een mens stormachtig op de knieën kan zinken en dan tot rust komen, het gezicht verborgen in de gevouwen handen.

Dit verhaal is het slotstuk van een dag schrijven over het onderwerp verlangen, 'willen hebben'. Ze schreef een paar uur eerder dat ze, als ze een bloem mooi vond, die het liefst had opgegeten. Dat verlangen, dat hebberige zoals ze het zelf noemde, deed haar vaak lichamelijk pijn en maakte haar heel onrustig. Het putte haar uit. Ze leed eerder onder de schoonheid dan dat ze die kon ondergaan. Ze realiseerde zich dat schrijven ook een soort poging tot bezitten is. Vastleggen van gedachten die anders weg kunnen glippen.

Het was een geweldige opluchting voor haar te voelen dat ze dit kon loslaten. Van schoonheid kon genieten van buitenaf. Een doorbraak in haar zoektocht naar rust in haar onrustige ziel.

Acceptatie
Toen ik dit jaren geleden voor het eerst las, herkende ik vooral het gevoel van pijn en de uitputting. Ik had dat sterk als ik op vakantie was met mijn toenmalige echtgenoot. Hij had een enorm behoefte aan ondernemen als we het buitenland waren. Dingen zien, beleven. Voor mij was het na twee attracties wel voorbij, dan zat ik vol, wilde ik het vastleggen in ons verslag. Dat was voor een deel 'hebberigheid' voor een deel verwerking van de beelden. Dat gevoel heb ik nu niet meer. Ik hoef van een tentoonstelling, een kasteel, een toneelstuk niet meer alles te zien, alles te onthouden.  Wat mooi is, wat me raakt, neem ik mee in gedachten. De rest is er voor anderen. Ik schrijf er overigens nog steeds over, maar nu om na te genieten.

Los van deze eerste ervaring met de tekst, ligt de vertaling van de beeld in het proberen vasthouden van ervaringen. Dat is een belangrijke garantie voor teleurstelling. Tijd en ervaringen gaan voorbij. Het is de kunst er los van te zijn. Afscheid te nemen van wat voorbij blijkt te zijn. En dat verloop te accepteren.

De komende maanden heb ik dat natuurlijk met mijn baan. Het is overduidelijk dat die voorbij is. Tegelijk is het moeilijk. Het verlaten van deze plek betekent ook dat ik afscheid zal nemen van mensen met wie ik jaren heb samengewerkt. Onze relaties zijn hartelijk en warm, maar horen wel bij het werk. Ze zullen verdwijnen. Ik heb afgeleerd te zeggen 'we zien elkaar nog wel eens' , als ik weet dat dat niet zo is.

Dat is het punt. Werkelijk accepteren dat het gaat zoals het gaat. Mijn broer vroeg me of ik het moeilijk vond, weg te gaan. 'Op dit moment niet', was mijn antwoord toen, 'maar ik weet zeker dat ik nog om zal rouwen de komende tijd. En daar zal ik de tijd voor nemen'. Dat is het precies. Het goede leven is een vol leven, met alle emoties, ook de negatieve. Het hoort er allemaal bij.

Toen ik aan mijn jubeljaar begon, wist ik nog niet dat ik zou stoppen met mijn baan. Ik wist niet dat er mensen ernstig ziek zouden worden, dat ik begrafenissen zou bezoeken, dat ik me lange tijd niet volledig fit zou voelen. Dat is het wel en dat is reden voor somberheid, rouw. Omdat het gaat zoals het gaat. En ik beleef het, zoals Etty de schoonheid beleefde, zonder er deel van te zijn. Maar ik ben er bij, met hart en ziel.

Misschien is dat wel de beste beschrijving van het goede leven; er zijn met hart en ziel. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plannen voor 2024

Het hoeft natuurlijk niet ... plannen voor een nieuw jaar, maar  Ik zou ook op mijn verjaardag plannen kunnen maken of op een willekeurig an...