woensdag 18 september 2019

Wining en dining in Pompeii



In Engeland na de bruiloft, hadden we een middag over. Mijn zus vond in het hotel, in de ontbijtkamer met van die vreselijke gebloemde vloerbedekking, een aankondiging van een tentoonstelling in het Ashmolian Museum: Last supper in Pompeii. Het was een prachtige tentoonstelling; een combinatie van manier van eten, de rituelen daar omheen, maar ook de gedachten over het leven en eten na de dood. Door de uitbarsting van de Vesuvius, die de stad bedekte met lava, is er geweldig veel bewaard gebleven, waaronder natuurlijk de keukens en de eetkamers waar de laatste maaltijden van de Pomeianen klaar stonden op die vreselijke dag. Die rijkdom in de tentoonstelling heeft daardoor wel iets wrangs. Tegelijkertijd is het een goudmijn voor historici.

Verrassend genoeg waren er veel dingen die we nu nog herkennen, met als hoogtepunt voor mij een poffertjespan. En wat me ook erg aansprak was een soort kookplaat zoals dat in taveernes werd gebruikt. Het roept allerlei beelden op van koken op een houtvuurtje in mijn tuin. Ik zou zoiets wel eens in werking willen zien. Het moet rokerig zijn geweest, als er op houtvuur werd gekookt tenminste en ik denk dat dat zo was. Het is bijzonder die verbinding te voelen met mensen van eeuwen terug. Juist dat stuk van de geschiedschrijving spreekt me heel erg aan.


Veel objecten waren schoongemaakt. Een paar zijn in de staat gelaten waarin ze gevonden zijn in Pompeii en dat sprak me erg aan. De geschiedenis heeft iets aan de vaas toegevoegd en dat was nog zichtbaar. En daarbij voelde het als respect voor de ramp die de stad is overkomen. De dood was in de geschiedenis altijd dichtbij. De kindersterfte was hoog en ziektes waren veel eerder fataal dan tegenwoordig. Dat maakt het denkbaar dat er een vloer is gevonden in een eetkamer met een skelet in het mozaïek. Wij zouden dat nu stuitend vinden, toen was het besef dat je sterfelijk bent veel allerdaagser. Het eten waar je van zit te genieten, kan zomaar je laatste maaltijd zijn.



De tentoonstelling eindigde met hetzelfde thema, maar dan in Engeland. Bijzonder daar was een oude briefwisseling over de productie van bier. De plankjes werden bestreken met was waarop de brieven gekrast werden. Soms kwam de tekst op het hout terecht en daardoor hebben we oude brieven over. Er zijn veel van deze brieven, hoorden we later van de kersverse echtgenoot van mijn nichtje, en dan gaan ze vooral over dingen als: 'stuur warme sokken!. Voorstelbaar voor die arme Romeinen in het koude, natte Noorden....

Maar terug naar dat idee van het Last Supper. Het heeft eeuwenlang een rol gespeeld in de levens van onze voorouders. Als een dreiging, maar ook als een verrijkend idee voor dit moment. Wij staan naar mijn idee soms wat te ver van de dood. Simone de Beauvoir schreef een boek, Alle mensen zijn sterfelijk, waarin zij juist stelt dat de wetenschap dat je zult sterven een zingevend principe is. Het vraagt van je dat je ieder moment voluit leeft. Daarin haalt ze de gedachte uit de oudheid weer naar de moderne tijd. Ik zal nog wel eens over haar schrijven.

Ik hoorde laatst de uitstpraak: mensen weten dat ze sterfelijk zijn, maar leven alsof het niet zo is. We stellen uit wat we echt belangrijk vinden omdat er zoveel dingen zijn die lijken te moeten. In mijn jubeljaar is dat natuurlijk een onderzoek. Wat ga ik doen met de tweede helft van mijn leven? Wat is daar echt belangrijk? Skeletten hoeven daarvoor niet echt in mijn huis, maar het Momento Mori is een sterke motivatie. 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plannen voor 2024

Het hoeft natuurlijk niet ... plannen voor een nieuw jaar, maar  Ik zou ook op mijn verjaardag plannen kunnen maken of op een willekeurig an...