maandag 19 augustus 2013

Dagje Veenhuizen

We hadden het al lang geleden afgesproken, mijn vriendin en ik: we zouden samen op stap in haar kampeerbus. Het plan begon heel ambitieus: een lang weekend Denemarken. Maar goed, zij heeft net zo'n vol leven als ik dus onze agenda's gaan niet geweldig samen. Daarom besloten we het wat eenvoudiger te maken met een nachtje in de bossen van Drenthe. In juni had ik via afspreken.nl een aantal voorstellen gedaan en afgelopen weekend kwam ons allebei uit. Zij het dat ik eerst in de winkel moest werken..... dacht ik.

Toen ik zaterdag om kwart over een binnen kwam zag ik het meteen aan de reactie van mijn collega's: er klopt hier iets niet. Ik had me een week vergist. We hebben in de afgelopen tijd zo vaak het rooster veranderd dat ik de kluts kwijt was en de planster ook. Ik belde mijn vriendin om even te overleggen. Ik wist dat zij in Groningen was en vroeg haar of ze misschien eerder wilde vertrekken omdat ik nu ineens de middag vrij had.

Het kon een uurtje eerder. Ze had haar bus uitgeleend aan een vriendin om grof vuil te rijden. Daar moest ze eerst op wachten. Om vijf uur zou ze bij mij voor de deur staan. Na een kop thee, een praatje en een stukje appelkruimeltaart, ging ik weg uit de winkel en naar de supermarkt om een luxe ontbijt te kopen: en lekker ambachtelijk witbrood, leerdammer kaas, roomboter en vruchtensap. Thuis had ik al bramenjam gemaakt van de vruchten die ik de afgelopen week had geplukt. Niets is lekkerder dan zelf gemaakte jam op een wit broodje terwijl je op een klapstoeltje in de bossen zit....

De onverwachte vrije uren gebruikte ik om de heg van mijn voortuin te knippen en een vergiet zevenblad te oogsten voor een poging om pesto te maken. Heg knippen is heerlijk en hoofd-leegmakend werk. De wind was zacht en het was warm, ideaal dus. Ik werk met een heggeschaar omdat ik lawaai van electisch tuingereedschap zo vervelend vind. Mijn heg is niet zo recht als die van sommige buren, maar netjes genoeg om niet al te erg uit de toon te vallen. Met de nette heg in de voortuin, ging ik naar binnen om de tweede bramenoogst tot jam te koken en ondertussen mijn tas in te pakken. Dat ging niet goed. De jam kookte over en brandde aan. Helaas. Jam is iets waar je bij moet blijven. Gelukkig is de struik nog lang niet leeg. Ik kan het zeker nog een paar keer goed maken.

Mijn vriendin kwam net na vijven maar wilde meteen weg omdat ze de bus niet goed kon parkeren in mijn jaren dertig buurt met smalle straten. Ze stond op een plek die haar zeker een bon zou opleveren als er controle kwam. Ik sloot alles af en we vertrokken richting Veenhuizen om daar te gaan eten bij Bitter en Zoet, een restaurant in een van de vele monumenten in het oude gevangenisdorp. We kregen vooraf een mandje met wit en bruin brood met boter, paprikatapenade en olijventapenade. Ik nam een risotto met paddestoelen en verrukkelijke schimmelkaas uit de streek en toe een tarte tatin van nectarine met yoghurtijs en vlierbloesem. Mijn vriendin at boerderijeend met pruimen en sinaasappel en toe nam zij een soepje van rood fruit met een bolletje kokosijs. We vonden het allebei heel erg lekker en goed verzorgd.

Na het toetje namen we geen koffie meer, omdat het al begon te schemeren. Mijn vriendin wilde graag voor het donker op de camping in Dwingeloo zijn. Ik begreep niet precies waarom, maar het is niet mijn gewoonte om zoiets te bevragen. Als je samen op stap gaat, moet je het allebei fijn hebben en als dit voor haar belangrijk is, dan regelen we dat. Toen we aankwamen op de camping was het al redelijk donker en meteen begreep ik het punt. De camping was van Staatsbosbeheer en is zo natuurlijk mogelijk gehouden. Er is dus geen verlichting. De camping is schitterend. Er zijn allemaal intieme plekjes voor busjes gemaakt. Wij zetten de bus tussen de bomen, niet al te ver van het toiletgebouw. Toen de luifel stond met de stoelen en de tafel eronder, ging de champagne open die ik had meegenomen uit mijn vakantievoorraad.

Na een regenachtige nacht zetten we onder de druppende luifel het ontbijt klaar. Mijn vriendin wilde thee en koffie zetten maar kreeg het gas niet aan. Na een hoop gezoek tussen de leidingen en knoppen, gaf ze het op. We besloten te ontbijten met sap en dan in Dwingeloo een kop koffie te gaan drinken. Dat was een prima idee. Terwijl we zaten te genieten van een cappucino, brak de zon door. Tijd om terug te gaan naar Veenhuizen.

Ons eerste doel was het gevangenismuseum, een groot gebouw dat vroeger een van de bedelaarsgestichten was. Terwijl we ons kaartje kochten, werd omgeroepen dat we met een boevenbus mee konden voor een route door het dorp. We gingen snel naar buiten en konden nog mee. Op het eerste gezicht was het niet zo indrukwekkend, die bus, tot de gids ons vertelde waar de gewapende bewakers zaten en welke deuren vergrendeld werden. Dat is toch behoorlijk beklemmend. Tijdens de rit kregen we antwoord op vragen die we elkaar gesteld hadden toen we door het dorp reden.

We bekeken het museum uitgebreid en waren hier en daar toch wat ontevreden. De lijn van het verhaal was wat moeilijk te vinden en wij hadden meer informatie verwacht over de eerste tijd van Veenhuizen, toen de gestichten nog geen gevangenissen waren. Het doel van het museum is duidelijk anders. Het vertelt het verhaal van de gevangenissen in Nederland. Er waren heel leuke elementen, zoals een rechtzaal waar je kon kiezen welke straf iemand kreeg. Het is een leuk museum voor kinderen en die waren er ook veel. Ze vulden een boekje met vragen in en konden op allerlei plaatsen luisteren naar verhalen. Toen was het tijd voor lunch. Het was intussen drie uur, maar we moesten toch wat eten. Ik nam spinaziequiche en mijn vriendin bruine boterhammen met kaas uit de streek en appelstroop. Het smaakte prima.

In de museumwinkel kocht ik een architectuurwandeling die we daarna deden. Een van de highlights was het historische energiegebouw. We stonden ons net af te vragen hoe het kon dat op de bovenverdieping deuren zaten waar je niet bij kon komen, maar die je van buiten kon openen, toen ik een vrijwilliger zag lopen in het gebouw. Ik vroeg hem of hij het kon uitleggen. Er bleek nog een trap en balkon te zijn geweest om de turf naar boven te brengen die via het kanaal werd aangevoerd en gebruikt werd om gas mee maken. De centrale draait nog op bijzondere dagen, maar dit gas kan vast niet meer gemaakt worden. Dus vroeg ik hem hoe hij de machine toch kon laten draaien. Daarop bood hij ons aan om ons het gebouw te laten zien. Een leuke verrassing om dat zonder afspraak te kunnen doen. Het is een prachtig gebouw. Die machines waren vroeger echt de trost van het dorp en bijzonder genoeg om een indrukwekkend gebouw omheen te zetten.

Na de bezichting liepen we via een mooi bomenpaadje naar het kanaal om Maallust te bezoeken. Vroeger was het een graanmolen en -maalderij. Nu is het een curiosawinkeltje en een bierbrouwerij. Mijn vriendin wilde een kop thee en ik nam een Vienna Maallust biertje. Op de kaart stond dat er bierkaas was. Die moest ik een pand verderop in de oude zuivelfabriek, waar nu weer kaas wordt gemaakt, gaan kopen. Ik kocht een klein stukje voor de smaak. Mijn vriendin zat inmiddels aan de thee. Naast ons besprak een groep mensen de medische geschiedenis van een van hen. We vonden het een beetje genant maar ook wel weer grappig. Tot de zwangerschappen en bevallingen aan de beurt kwamen, toen werd het tijd om op te stappen.

De wandeling ging verder langs alle huistypen van de ambtenaren. Hoe hoger in de hierarchie van de bewakers, hoe groter het huis. Op ieder huis stond een spreuk die vaak ook paste bij de functie, zoals Nauwgezet bij de apotheker en Leerplicht bij de school. We zagen Kennis is Macht, Flink en Vlug en Wijs beleid. Het moet bijzonder zijn geweest om in Veenhuizen te wonen, waar alles zo strak geregeld was. Tot in de jaren 80 was het dorp afgesloten en kon je er alleen in met een pasje. We kunnen ons nauwelijks voorstellen hoe dat geweest moet zijn. We liepen de route verder langs het leprozenhuis voor oud-indiegangers en de ijskelder en reden toen met de bus naar de begraafplaats. Op een groot deel van de begraafplaats liggen geen grafstenen. Twee grasvelden met een mooie wilg bedekken de graven van vele duizenden verpleegden die anoniem begraven zijn. Om stil van de worden. 

Mijn vriendin zette mij af op station Assen en reed zelf weer naar huis. We hadden een heel fijn, zij het kort,  weekend en het is zeker voor herhaling vatbaar. Veenhuizen is een heel bijzonder stukje Nederland als gevolg van de denker-zonder-grenzen Johannes van den Bosch. Het dorp stond op de nominatie voor werelderfgoed. Dat is het (naar mijn smaak ten onrechte) niet geworden. Nationaal erfgoed is het zeker. Ik ga beslist nog een keer terug, al was het maar voor al het lekker eten en het mooie bier. Misschien wordt het wel een brussenweekend, wie weet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plannen voor 2024

Het hoeft natuurlijk niet ... plannen voor een nieuw jaar, maar  Ik zou ook op mijn verjaardag plannen kunnen maken of op een willekeurig an...