Ze ligt in het ziekenhuis in Engeland. Een meisje van 14. In de kranten wordt ze een activiste genoemd. In haar nek geschoten door de Taliban. Ze strijd voor het recht op onderwijs, Malala Yousoufzai. Ik volg het geschokt en gefascineerd. Hoe kan dit toch? Hoe kan een klein meisje zó dapper zijn, bereid zijn om zoveel risico te lopen? En hoe kunnen volwassen mannen zó vijandig worden tegenover een kind, dat ze haar neerschieten en beloven dat te zullen blijven doen tot ze dood is.
Een begin van een antwoord vind ik in een filmpje over haar. Ze wordt in 2009 geïnterviewd met haar vader. Ze zegt dat ze graag dokter wil worden, maar dat haar vader vindt dat ze politica zou moeten worden. Het lijkt haar niet leuk, maar hij gelooft dat zij krachtig genoeg is om het te kunnen. Zij is in staat om een samenleving te creëren waarin alle mensen kunnen studeren. Terwijl hij met zijn hand over haar hoofd streelt, zegt hij: 'Toen ik haar voor het eerst zag, een net geboren kind en ik keek in haar ogen, werd ik verliefd op haar, geloof me. Ik houd van haar. Ik houd van haar.' Ze heeft een vader die in haar gelooft en van haar houdt. Ze heeft zijn liefde en zijn voorbeeld. Volgens mij is dat de basis van kracht in veel mensen; liefde en vertrouwen van anderen, en voor meisjes zeker van hun vader.
Over de tweede vraag praat ik met Bart. We zitten samen in de auto om de kas te gaan controleren bij de penningmeester van onze sangha (meditatiegemeenschap). Terwijl er een ree de weg oversteekt, vertelt hij dat hij een gesprek heeft gehad met een collega over een psychiatrische theorie. De theorie gaat over de manier waarop mensen samen een werkelijkheid maken. Hij noemt het voorbeeld van een gordijn. Hij kan zeggen dat het een groen gordijn is. Daarna kan ik naar het gordijn kijken en zeggen dat ik toch denk dat het meer blauw is. Waarschijnlijk besluiten we dan samen dat het gordijn turkoois is. Deze Taliban hebben samen volgens hem een heel harde werkelijkheid gemaakt en sterken elkaar steeds in dat werkelijkheidsbeeld. Radicalisering hoort daar ook bij.
Het is een werkelijkheid als een procrustesbed. Wie niet in het beeld past, wie zich niet voegt of wie zich verzet wordt weggehakt uit de samenleving. Een zondaar, een vijand. Pratend komen we ook op de hardheid van een fundamentalistisch geloof. Een harde god, de gedachte dat mensen in- en inslecht zijn, regels, beperkingen en straf, het zijn allemaal elementen die een mens klein en onbeduidend maken. Misschien maakt het dan niet meer uit of er één meer of minder is. Een individu doet er niet toe in de Grote Waarheid. Die wereld is ontdaan van respect, mildheid, empathie, mededogen. De Grote Waarheid is kaal en koud.
Malala zet hier haar individuele wens voor persoonlijke ontwikking tegenover. Ze is islamitisch, als de Taliban. We zien haar aandachtig bidden. Haar variant van de werkelijkheid is mild, rijk en liefdevol. Daar vecht ze voor, met haar vader en voor ons onbekende anderen. Ze heeft geschreven over de misdaden van de Taliban en hield haar strijd om het onderwijs vol tot ze werd neergeschoten. Veel van de interviews, die op Youtube staan, zijn niet te verstaan maar haar uitstraling is duidelijk, krachtig en zelfverzekerd. Ik kijk naar haar met groeiende verwondering en met gevoelens van hoop. Hoop dat het haar zal lukken, als ze overleeft. Ze is een vechter, dat heeft ze bewezen.
Ik hoop op het leven van Malala! Op de vasthoudendheid! Op dat wat overtuiging en verlangen kunnen bereiken!
Iets doen voor Malala en andere vrouwen in Pakistan?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten