dinsdag 29 januari 2013

Cottagewinter (vervolg)

In mijn vorige blogje over de cottagewinter scheeft ik dat de warme dagen van begin januari mijn groentenopslag niet echt goed had gedaan. Ik moest aan de groenten gaan inmaken. De natuur gaf gelijk antwoord: het begon te vriezen. Dat had weer een heel eigen uitwerking op de groenten.

Bevroren worteltjes zien er vreemd uit: alsof het vocht uit de worteltjes naar buiten vriest. Dat gebeurt in spleetjes overdwars. Het lijkt alsof de wortelen vele ogen hebben. Ik schrok er een beetje van, maar heb toen alle bevroren groenten in de gootsteen gelegd met koud water. De groenten ontdooien prima, dus maakte ik het oud-groninger recept van worteltjes in azijn, suiker, peper, mierikswortel en dille. Het moet nog 6 weken staan, daarna kan ik het proeven.  

Gelukkig waren de wortelen, toen ze ontdooid waren, nog prima te eten. Ik deed ze door een risotto met lekker veel dille. Bevroren bieten kunnen ook gewoon nog gekookt, smaakten me prima, zowel warm als later koud in een salade. De bevroren pastinaken werden een lekkere soep, de peterseliewortel ging in de stamppot, samen met de helft van de knolselderij. En van de andere helft van de knol maakte is een salade. Ik had verwacht dat ik groenten moest weggooien. Gelukkig was het niet nodig. Ze doen het natuurlijk goed als compost, maar ik eet ze liever op.... 

woensdag 23 januari 2013

Een verhaal van mijn vader

Als klein jongetje woonde mijn vader in het centrum van Den Haag. Hij vertelde ooit dat hij door een agent werd 'opgepakt' toen hij speelde bij de visbanken. Zij ouders hadden een viswinkel in de Schoolstraat, waar nu een shoarmazaak is. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werd het steeds moeilijker om in Den Haag aan voedsel te komen. Een broer van mijn grootvader vond een plek voor de drie oudste kinderen in Siddeburen in Groningen. Daar brachten ze de hongerwinter door.
Het middelste kind is mijn vader

Mijn vader leeft niet meer. Vandaag is het tien jaar geleden dat hij overleed. Hij sprak weinig over de tijd in Siddeburen, maar wat hij vertelde klonk idyllisch, één groot spel. We gingen later als gezin ook jaarlijks op bezoek bij zijn 'oorlogsmoeder', die we tante Hennie uit Siddeburen noemden. Hij is haar altijd trouw gebleven. 

Een paar jaar na het overlijden van mijn vader, maakte ik kennis met een aantal bestuursleden van de historische vereniging uit Siddeburen. Toen ze mijn naam hoorden, vroegen ze of ik misschien familie was van de twee jongetjes die in de oorlog hun speelkameraadjes waren geweest. Ik vertelde hen van een paar brieven die ik in zijn nalatenschap had gevonden en beloofde een artikel te schrijven voor hun historisch tijdschrift Bie 't Schild.

Om aan wat meer informatie te komen, kon ik contact zoeken met de tante en oom die met mijn vader in Siddeburen waren. Zij leven allebei nog. Een tijd geleden kreeg ik al een brief van mijn tante, waarin zij haar herinneringen vertelde. Zij stuurde ook kopieën van een paar brieven die zij in haar bezit had.

Nu ik het artikel echt wil in leveren, heb ik ook contact gezocht met mijn oom. Hij woont in al jaren in de Verenigde Staten. Binnen een paar dagen had ik antwoord: een lange mail vol herinneringen. Het eerste dat mij opviel, was de toon in zijn antwoord-mail. Precies de toon van mijn grootmoeder. Het is toch reuze leuk om te zien hoe bepaalde eigenschappen door de generaties gaan. Mijn oom is lang geleden weg gegaan. Hij spreekt nu dagelijks engels. Zijn Nederlands is ook echt het Nederlands van vroeger, de taal van mijn grootmoeder dus. Het is leuk om zo aan mijn grootmoeder herinnerd te worden. Ze was een lieve vrouw en ik was dol op haar. 

Omdat het een oorlogsverhaal is, zal het artikel wel een plaatsje krijgen in het nummer dat in het voorjaar uit komt. Meestal doen historische verenigingen dat omdat 4 en 5 mei zo ook aandacht krijgen. Ik ga het zo snel mogelijk afronden en opsturen. De redactie kan dan rustig bezien of ze het ook echt wil opnemen in het blad. Misschien moet ik er nog iets aan veranderen. Daar is dan nog voldoende tijd voor. Intussen kan ik dan verder met het volgende artikel, met de volgende wens dus.

dinsdag 22 januari 2013

Het is wat het is

Voor mijn onderzoek naar de mettameditatie (wens 5 van dit jaar) lees ik een boek van Sharon Salzberg: Liefdevolle vriendelijkheid; een ander perspectief op geluk. In het hoofdstuk 1 las ik de volgende stukken:

De grondslag van de psychologische leer van de Boeddha is dat al ons pogen om te beheersen wat in wezen onbeheersbaar is, niet de veiligheid, zekerheid en het geluk kunnen opleveren dat we zoeken. De misleidende speurtocht naar geluk brengt onszelf alleen maar leed toe. Bij ons verwoede zoeken naar iets dat onze dorst kan lessen, zien we het water dat ons omringt over het hoofd en jagen we onszelf op de vlucht voor ons eigen leven.

We  kunnen zoeken naar dingen die bestendig, onveranderlijk en veilig zijn, maar als we ons daar meer bewust van worden laat het ons zien dat zo'n zoektocht geen kans van slagen heeft. Alles in het leven verandert. De weg naar werkelijk geluk is er één die alle aspecten van onze ervaring aanvaardt en tot één geheel maakt. Het taoïstisch yin/yang teken[...] is het symbool van deze integratie. Midden in het donkere deel is een licht puntje en midden in het lichte deel een donkere stip. 

Zelfs in de diepste duisternis is licht besloten. Zelfs in het hart van lichte wordt duister beseft, erkend en opgenomen. Als dingen niet zo goed gaan in ons leven en we pijn lijden, raken we niet verslagen door de pijn of blind voor de lichtpuntjes. Als dingen goed gaan en we gelukkig zijn, proberen we niet uit afweer de mogelijkheid van leed te ontkennen. Deze eenheid, deze integratie komt tot stand omdat we op een diepe manier lichte en donker aanvaarden daarom in staat zijn in beide tegelijk te zijn. 

De teksten houden me bezig. Ik heb er nog geen afgerond beeld over, maar dit zijn mijn eerste gedachten.

De natuurlijke reactie van mensen is dat ze terugschrikken voor pijn. Het logische gevolg is dat mensen zich verzetten tegen pijn. Deze natuurlijke reactie heeft in de geschiedenis ook geleid tot prachtige uitvindingen die het leven vergemakkelijken en zelfs verlengen, van vuur tegen de kou tot pijnstillers en chemokuren.

De les die uit de tekst spreekt, is dat er behalve natuurlijke reacties nog wat te leren is. Eerste reacties zijn niet perse zaligmakend. Verzet tegen pijn helpt niet altijd. Door onafhankelijker te worden van de gebeurtenissen om je heen, kun je vrediger leven en daarmee het geluk bereiken. Dat zou een goed leven kunnen zijn.

Ik heb veel tijd besteed aan het verwerken van mijn verleden en aan gedachten hoe het allemaal anders zou moeten. Ergens zat daar altijd het idee achter dat ik, als ik 'alles' verwerkt had, het leven 'aan' zou kunnen en in een soort hemelse gemoedsrust zou komen. Alles onder controle. Dat blijkt niet zo te zijn. Mijn leven is een stuk vrediger geworden, maar er zijn zo nu en dan nog steeds zorgen, teleurstellingen en verdriet. Het verschil is dat ik me er niet meer tegen probeer te verzetten, probeer te accepteren dat ik bezorgd ben of pijn heb. 

Eerlijkheid daarover brengt mensen dichterbij. Eerlijkheid van anderen nodigt mij uit om eerlijk te zijn over mezelf. Het wordt makkelijker om te zeggen dat ik verdriet heb of dingen moeilijk vind. Dat ik plannen heb, maar soms te moe ben om ze uit te voeren. Dat ik me zorgen maak over mijn toekomst. De verbinding die dat geeft is verrijkend. Er is niets veranderd aan het verdriet of de zorgen en dat hoeft ook niet. De verbinding is het lichtpuntje in het zwarte vlak van het yin/yang teken. Verdriet gaat vanzelf weer over, is mijn ervaring. Als het zorgt voor verbinding, is het net zo goed een belangrijk onderdeel van het goede leven als plezier. 

maandag 21 januari 2013

Vogels tellen

Het was het weekend van de tuinvogeltelling. Ik heb maar eens meegedaan. Terwijl ik zat te lezen bij de kachel (De donkere kamer van Damokles moet een keer uit) keek is zo nu en dan de tuin in. Naast me lag een blokje met de namen van de vogels. Er waren meer vogels dan ik gedacht had en ze leken wel met vlagen te komen. Ik had gezorgd voor stukjes appel, havermout, pinda's en vetbollen. Dat maakte nog wel wat uit, denk ik, bij dit koude weer.

Je mag alleen een aantal vogels van één soort opgeven dat je in één keer tegelijk ziet. Anders zou je vogels dubbel kunnen tellen. Ik denk dat er sowieso vogels dubbel in de telling komen. Als mijn buren ook tellen, nemen die naar alle waarschijnlijkheid dezelfde vogels in hun telling op. Ze zullen er wel iets op bedacht hebben bij de Vogelbescherming.

Dit was mijn oogst:- Drie merels (twee vrouwtjes en één mannetje dat steeds werd weggejaagd)
- Twee houtduiven
- Vier heggemussen
- Eén roodborst
- Twee pimpelmezen
- Eén vink
- Eén groenling en
- Vier koolmezen

Het is eigenlijk heel leuk om naar de vogels in de tuin te kijken. Hoe ze scharrelen tussen de bladeren die ik in de borders heb gegooid. Hoe ze appel na appel leeg pikken. Hoe ze heen en weer schieten tussen de schutting en de pergola of hangen aan een bloemstengel die vervaarlijk doorbuigt. Een mooie afwisseling met de avonturen van Osewoudt en/of Dorbeck, die levendigheid in mijn tuin.

En dit is de uitslag

donderdag 17 januari 2013

Het Nieuwe Werken en het milieu

Een aantal wensen op mijn lijst heeft te maken met mijn EVA, mijn ecologische voetafdruk. Die moet kleiner. Dat vind ik al jaren en steeds haal ik er een stukje van af. Ik ben kleiner gaan wonen, kweek zelf groenten, eet nauwelijks vlees of vis, ben voorzichtig met water en gas en ik maak mijn eigen wasmiddel om maar een paar dingen te noemen. De grootste boosdoener in dit verhaal is mijn auto of, beter gezegd, ben ik in mijn auto.

Daarom is het voor dit jaar mijn wens (nummer 43) om minder auto te rijden. Ik wil 4 dagen per maand, of 1 dag per week thuis gaan werken. Vorige week ben ik naar mijn manager gegaan om haar instemming te vragen. Nu het managementteam van plan is om Het Nieuwe Werken in te voeren, had ik een aanleiding om eens te vragen of ik thuis mocht werken. We hebben nu de afspraak dat ik het eerste kwartaal een paar dagen thuis kan werken, om te beoordelen of het in mijn functie past.

Ik moet vaak rapporten lezen en adviezen schrijven. Een deel van dat werk kan ik daarom eenvoudig thuis doen. Een paar dagen per maand is wat mij betreft ook wel genoeg. Ik wil toch ook graag mijn collega's zien. Volgens mij is één van de nadelen van Het Nieuwe Werken juist dat het onderlinge contact minder wordt. Dat lijk mij toch onprettig.

Afgelopen maandag was mijn eerste thuiswerkdag. Het was ideaal om gedachten eens flink de vrije loop te laten naar aanleiding van de rapporten die ik meegenomen had om te lezen, vragen en plannen op te schrijven en alles daarna te ordenen. En dan is het natuurlijk heerlijk om even rustig bij de kachel mijn middagboterham te eten. Ik at overigens niet alleen: een merel had de appels en havermout op mijn terras ontdekt. Als ik op mijn werk ben, ga ik altijd even naar buiten in de middagpauze om een fris hoofd te krijgen. Hier kon ik mooi het nuttige met het aangename combineren. Er moest nog een vuilniszak naar de container en de ruitenwisservloeistof moest worden bijgevuld. Twee buitenklusjes en een frisse neus en daarna, met een warme pot thee naast me, weer aan de slag.

Nu is het natuurlijk de vraag wat het scheelt als ik één dag in de week niet met de auto rijd. Daar ben ik eens even voor gaan zitten.  Ik weet niet hoe je uitstoot van fijnstof moet berekenen, maar ik kan wel bepalen hoeveel minder diesel ik gebruik. De rit heen en terug is samen 90 kilometer. Mijn auto rijdt 22 kilometer op 1 liter diesel. Dat betekent dat ik 4,09 liter diesel per keer uitspaar. Ik werk 48 weken per jaar. Dat betekent dat ik 196,32 liter minder diesel gebruik op jaarbasis. Het is misschien een kleine bijdrage, maar het is toch iets.

maandag 14 januari 2013

Cottagewinter

Afgelopen weekend maakte ik voor mijn lunch een kleine salade met een gekookt bietje dat ik nog in de koelkast had liggen. Daarvoor raspte ik het bietje en mengde het met wat zure room, mosterd en mierikswortel. Voor de laatste moest ik naar het schuurtje. Daar bewaar ik mijn groenten die ik in de Noordoostpolder kocht. De warmte heeft de groente niet echt goed gedaan. Een paar wortels zijn uitgelopen, de pastinaken zijn wat slap en één pompoen was gaan schimmelen.

Ik zal dus aan de slag moeten om te zorgen dat het niet bederft of al te erg gaat uitlopen. Gelukkig is het nu wat kouder. Vanavond maak ik pompoensoep en ik zal de komende tijd alleen nog uit de schuur eten. De warme winter heeft me dus dicht bij het cottageleven gebracht: eten wat er is en proberen te voorkomen dat er iets verloren gaat.

Het wordt rode koolschotel met een aardappel-pastinaakpuree, risotto met. regenboogwortel en ik ga de bieten tarte tatin van River Cottage uitproberen. Ik zal ook moeten zoeken naar recepten om de bieten te bewaren door  in te maken, want ik heb nog vrij veel. Ik kan nog wat inmaken in zoetzuur. In één van mijn boekjes over inmaken staat een recept. En dan is er nog borscht, Russische bietensoep. Onlangs vond ik ook een recept van wortels op zoetzuur. Een 18e eeuws Gronings gerecht. Volgens mij moet dat heel leuk zijn met de regenboogwortel. Hopelijk houd ik zo alles toch eetbaar en goed.

zaterdag 12 januari 2013

Zonnige zaterdag

Wat is het toch heerlijk om te kunnen genieten van een dag vol licht, wakker te worden met uitzicht op een blauwe, heldere lucht. Glimlachen, opgelucht glimlachen omdat na dagen regen de zon zich weer laat zien. Nog even soezen in bed en dan langzaam opstaan en de dag aankijken met een kopje thee en een broodje honing. De ochtend sukkelde voorbij vandaag. 

's Middags had ik een afspraak bij de winkel van Terre des Hommes. Er zijn daar vrijwilligers nodig en het leek mij een goede invulling van mijn tijd. Ik fietste door de tintelkou naar de winkel. Toen ik mijn fiets op slot zette en opkeek, had ik oogcontact met iemand. Het duurde even voor ik haar herkende, maar we zeiden bijna tegelijk: 'ik ken jou van het zingen!' Ze vertelde me dat ze afgelopen week nog aan me had gedacht. Er is een sopraan nodig in een koor en ze dacht dat mijn stem daar goed bij zou passen. Een mooi toeval dat we elkaar vandaag tegen kwamen! Ik gaf haar mijn telefoonnummer en we spraken af dat ze me aan het einde van de middag zou bellen. Dat deed ze inderdaad. De dirigente van het koor is ooit mijn zanglerares geweest. Ze weet dus wat ik kan. Als zij het zag zitten, zou ik mee kunnen doen. En dat was het geval. Zondagavond om 19.45 is mijn eerste repetitie. Wat een verrassing!

Mijn afspraak bij Terre des Hommes verliep prima. Ik kan volgende week beginnen met mijn introductie van 8 dagdelen. Daarna heb ik een proeftijd van drie maanden. We kijken of de samenwerking naar wens is. De winkel is niet heel groot. Daardoor wordt er vooral kleingoed verkocht: kleding, servies, boeken en speelgoed. Alles wordt zorgvuldig geselecteerd door werkgroepen. Alleen de mooie spullen halen het naar de kasten en de rekken. De rest gaat bij het oud papier of naar de stort. Ik ben benieuwd hoe het me zal bevallen om een winkeljuffrouw te zijn. Ik heb er veel zin in. Als het goed bevalt, heb ik wens nummer 12 van dit jaar vervuld.

Thuisgekomen maakte ik een lekker kopje soep voor mezelf en ging ik verder met het gordijn voor de hal. Dat is nu bijna klaar. Ik houd van eenvoudig handwerken. Het is rustgevend en het levert echt iets op. Het gaat natuurlijk veel langzamer dan de naaimachine, maar dat vind ik minder leuk. Het heeft iets ouderwets en huiselijks om het gordijn echt met de hand te maken en ook iets warms om zo'n grote lap op mijn schoot te hebben tijdens het werk. 

Natuurlijk werd het wel weer vroeg donker vandaag, maar de zon heeft veel goed gemaakt. 

donderdag 10 januari 2013

Thuiskomen

Als ik mijn huis binnen kom, wil ik echt thuiskomen. Daarom knap ik mijn halletje op. Het is een typisch halletje voor een huis uit de jaren dertig met een mooie tochtdeur. Tot de hoogte van ongeveer 120 cm is er een dikker stuk stucwerk.  In huizen verderop in de straat zit er op dat deel van de muur een mooie tegelwand. Ik weet niet of dat hier ook gezeten heeft. Ik vermoed eigenlijk van niet. Wellicht kom ik er nog eens achter.

Het stucwerk was grijs. Een grauwe, niet zo aangename kleur. Ik heb de muur opnieuw geschilderd met zacht crèmekleurige kalkverf. Het halletje is meteen een stuk lichter en de uitstraling is een stuk warmer. Ik heb meteen de gang maar geschilderd. Het is niet veel werk en de hele gang is mooier geworden. 

Nu staat de volgende stap op het programma: het isoleren van de ruimte. Ik kan daar een paar dingen voor doen. Ik kan een gordijn voor de deur hangen om de kou buiten te houden. Ik kan voor de brievenbus nog een borstel hangen die de tocht tegenhoudt. Er ligt nog geen passende mat op de vloer.  Dat zal ook voor meer warmte zorgen en het ziet er natuurlijk mooier uit. Ik voer dus in het halletje twee wensen uit: het wordt een mooi welkom (wens 52) en ik isoleer waar dat nog kan (wens 44).

Vanavond ben ik begonnen met het gordijn. Ik gebruik stof van gordijnen die ik al had in mijn vorige huis. Daar hingen ze in mijn eetkamer. Ze passen niet meer ik mijn woonkamer, maar ze zijn nog prachtig. Er is dus geen enkele reden om iets nieuws te kopen. Ik heb de haken los gehaald en het gordijnband met een tornmesje van de stof gehaald. Er liggen nu twee lappen klaar om aan elkaar gezet te worden. Dubbele stof houdt meer toch tegen en ik heb genoeg. Ik ga een metalen kabel gebruiken om de lap mee op te hangen. Dat maakt het voor mij makkelijk om de gordijnen op te hangen, zonder dat ik iets moet met ingewikkelde plooien. Ik vind prutsen met stof best leuk, maar ik ben geen geduldige handwerkster. Zo kan het ook.

De laatste stap is dat ik een kapstok laat maken. Daar denk ik nog over na. Het duurt dus nog even voor het klaar is, maar ik kijk uit naar het eindresultaat.


vrijdag 4 januari 2013

Winterdiner

Een tijdje geleden had ik een diner met de dames van het huiskamertoneel. Ik besloot om er een diner van te maken met groenten van het seizoen en uit de regio.  

Ik begon met broodjes met boerenkoolpesto en boerenkooltapenade. De boerenkool kwam van de Ommelander markt. Ik kocht een grote struik voor € 0,75. Intussen heb ik er vier keer pesto van gemaakt en 1 keer tapenade. Er staat nog een deel van de struik ik een kom water op mijn terras. Het is een mooi gezicht en een handige manier om eten op voorraad te houden.
De pesto had ik al eerder gemaakt. Het is een recept van www.biobudget.nl. Ik heb er alleen kaas aan toegevoegd om het wat pittiger te maken. Ik gebruikte gekookte boerenkool (150 gram), gekonfijte knoflook (4 tenen), pecannoten (75 gram), oude kaas (naar smaak) en voegde olie toe om het geheel smeuïg te maken. De boerenkooltapenade zag ik op Youtube in een uitzending van River Cottage - Christmas (zie het filmpje onderaan de tekst). De tapenade werd gemaakt met een Italiaanse boerenkool, maar het kan goed met de Nederlandse. Ik heb overigens wel zaden van die Italiaanse kool (cabalo nero) besteld voor in mijn moestuin. Volgend jaar wil ik de tapenade maken met de 'echte' kool.

Knolselderijsoep met appel was de tweede gang. Ik haalde inspiratie voor deze soep uit een tijdschrift van Jamie Oliver. Het novembernummer van 2012 ging over kastanjes. Daar ben ik dol op en ik verzamel kastanjerecepten. Dit soeprecept is dus een extraatje in mijn zoektocht naar gerechten met kastanjes. Ik heb het iets simpeler gemaakt.
Ik bakte gesnipperde ui in olie en na een paar minuten voegde ik stukjes knolselderij (mijn laatste uit de Noordoostpolder) en appel toe. Na een paar minuten roerbakken goot ik er groentebouillon bij en dat liet ik een half uur pruttelen. Daarna ging de staafmixer in de soep om alles glad te maken. Er had crème fraîche door gemoeten, maar dat vond ik wat te vet. De volle smaak komt ook uit de selderij, als je er maar genoeg groente is. Het leukste van dit gerecht is, dat er gefrituurde salieblaadjes door gaan. Een klein laagje olie in een kleine koekenpan is genoeg. Daar gaan heel kort de blaadjes in, die daar heel knisperig van worden. Heerlijke knabbeltjes voor bij de soep.

Het hoofdgerecht van een pasta met paddenstoelen en pompoensaus. Daar is niet veel over te zeggen. Ik kookte pasta, bakte paddenstoelen met knoflook en maakte saus van pompoenpuree die ik eerder gemaakt had. Daar ging wat geraspte kaas overheen. Ik serveerde het met een veldsla met wat notendressing en geroosterde pijnboompitten. 

Voor het nagerecht was er een stoofpeer met blue stilton of slagroom. Ik had de peren heel gelaten en gekookt in een mengsel van rode wijn en water en wat kaneel. Ze waren erg mooi donkerrood geworden, een mooi contrast met de stilton of de room.

Het was leuk om te kijken of ik een mooi diner kon maken met groenten uit de streek. Eén van mijn gasten zei dat ze geen bezwaar had tegen vegetarisch eten, als het zo lekker was. Dat is, denk ik, een teken dat het goed is gelukt.



woensdag 2 januari 2013

Gedachten over gezond eten

Het eind van 2012 was Nederland in de ban van Tom, de jongen die alleen maar rauw voedsel eet. Er waren twee documentaires over hem, Rauw (van een paar jaar geleden) en Rauwer. In de laatste documentaire kwam hij in aanraking met jeugdzorg omdat hij niet meer naar school gaat. Zijn moeder kon geen school vinden waar hij op zijn eigen manier kon eten. Hij zou uit huis geplaatst worden en dook onder. De kinderombudsman wist met jeugdzorg en de moeder van Tom tot een schikking te komen.



De moeder van Tom is overtuigd dat zij heel gezond eet. Ze heeft grondig bestudeerd wat goed is om te eten en vindt dat doktoren het bij het verkeerde eind hebben. Het lijkt misschien een beetje op orthorexia. Mensen die daaraan lijden, eten alleen die dingen waarvan ze zeker weten dat ze gezond zijn. Maar ze staat niet alleen in haar overtuiging. Ze deelt deze met veel mensen over de wereld. Op Youtube staan bijvoorbeeld filmpjes van Ka Sundance, een Duitser die met zijn gezin (www.therawfoodfamily.com) al een jaar of acht alleen rauw voedsel eet. Ze zien er gezond uit.  
Het valt me ook op dat Tom erg lekker eten krijgt. Welk kind drinkt een kokosnoot leeg of eet als snack gedroogde mango, die heerlijk zoet is? En wie weet zeker dat Tom langer zou worden als hij anders zou eten? 

Tijdens een rit in de auto van mijn werk naar huis volgde ik een discussie op de radio over Toms moeder. Daar kwamen twee belangrijke punten uit. Allereerst is het de vraag of Tom uit huis geplaatst moet worden vanwege het eetgedrag van zijn moeder. Als alle kinderen die ongezond eten uit huis geplaatst werden, had jeugdzorg behoorlijk wat te doen. Ik begreep van een rechter die ik ken, dat onlangs wel een te dik kind onder toezicht is geplaatst.  
Het tweede punt in de discussie was, dat de moeder van Tom geen maat weet te houden. Ja, er zit bijvoorbeeld kwik in vis, maar ook goede voedingsstoffen. En die krijgt Tom nu onvoldoende binnen. Vooral deze opmerking over maat houden, heeft me aan het denken gezet over mijn eigen keuzes.

Ik eet zelden vlees. Het begon jaren geleden vanwege de bio-industrie  Ik wilde geen dieren eten die hun leven lang geleden hebben om hun vlees zo goedkoop mogelijk te maken. Langzaam werd het een gewoonte. Nu eet ik alleen vlees als ik bij anderen ben of als ik het vegetarische gerecht in een restaurant niet lekker vind. En soms maak ik vlees voor mezelf klaar omdat ik er zin in heb. Eens in de zoveel maanden heb ik bijvoorbeeld zin in suddervlees. En ik wil nog eens een keer echte ossenstaartsoep maken. Ik houd niet van een levenshouding van niet of nooit of altijd. Dat is me te radicaal en te dogmatisch. 

Het is mogelijk om goed vlees te kopen bij de ecoslager en misschien is paardenvlees ook een goed idee. Geitenvlees zou misschien ook kunnen. Nu worden geitenbokjes afgemaakt omdat ze geen melk zullen produceren. Er zijn initiatieven om een aantal geiten in leven te houden voor het vlees. Als de dieren een goed leven hebben, zou je ze ook kunnen eten. Wild heeft ook een goed leven gehad, dus dat zou je moeten kunnen eten vanuit mijn beginsel. Ik weet er onvoldoende van af om zeker te weten dat het geen bezwaren heeft. Daarom laat ik het (bijna) altijd liggen.

Ik schreef al eerder over oceaanroof. Dat is een reden om geen zeevis te eten. Daarnaast is de zee zo vervuild dat je niet weet wat je binnen krijgt uit de voedselketen. Dan zou ik dus kunnen eten uit kwekerijen, als daar tenminste geen gekke dingen gebeuren. Die zijn dan vaak weer in Zuidoost Azië. Om de vissen hier te krijgen wordt weer veel kerosine verbrand. Geen goed idee voor het milieu. Van kwekerijen in Nederland weet ik te weinig om er een oordeel over te hebben. Dus eet ik uit (voor)zorg bijna geen vis.

Mijn groenten koop ik bij de ecosuper of van ecomerken in de gewone supermarkt. En ik koop meestal de groenten van het seizoen. Ik ben blij dat supermarkten op de producten zetten waar ze vandaan komen. Ik eet liever geen groenten die verder gereisd hebben dan ik. Onlangs vertelde iemand mij overigens dat de biologische landbouw op langere termijn zijn eigen problemen zal veroorzaken. De balans van voedingsstoffen schijnt verstoord te raken. Toen hij het me vertelde, snapte ik het. Het is inmiddels een tijdje geleden en ik kan het niet meer goed navertellen. Hij stelde dat het best groenten kunt eten uit de buurt. Het wordt er al met al niet eenvoudiger op. 

Maar het hoeft niet perfect te zijn, vind ik. Als iedereen een beetje voorzichtig is, hebben we samen een prachtig effect. In tegenstelling tot de moeder van Tom, eet ik een aantal dingen niet omdat ik niet weet hoe het zit. Het is een voorzorg. Gelukkig zijn er voldoende alternatieven voor een vegetariër om goed en lekker te eten. En... wie weet zit ik binnenkort aan een geitenbiefstuk (als dat bestaat....want ook dat weet ik niet :-)


Foto: NRC share

Plannen voor 2024

Het hoeft natuurlijk niet ... plannen voor een nieuw jaar, maar  Ik zou ook op mijn verjaardag plannen kunnen maken of op een willekeurig an...