dinsdag 4 december 2012

Hebzucht

Gisteravond reed ik in de auto door het donker naar huis. Op de radio een programma over het debacle van Amarantis. Twee leaseauto's per persoon, handel in derivaten, duur vastgoed op de Zuidas maar geen geld voor onderwijsvernieuwing. Dat was kort de situatieschets. De vraag was wat de rol van de accountant kon zijn in het voorkomen van dit soort drama's van hebzucht bij bestuurders. 

Een accountant belde vanuit zijn auto (te horen aan het getik van een richtingaanwijzer). Het schijnt dat de boekhouding klopte, maar de uitgaven niet. De accountant zei: Je ziet het als je het weet, maar wil je het zien als je het weet? Kortom, kan een accountant op tegen raden van bestuur die zelfverrijking door de vingers zien of er zelfs aan mee doen. Zou het echt waar zijn dat het hoofd huisvesting zijn eigen huis heeft laten opknappen op kosten van Amarantis? Dat moeten anderen dan toch geweten hebben, maar het niet hebben willen zien.
Nr 740 de duurste huizen in New York

Afgelopen week zag ik bij uitzending gemist een documentaire over Fifth Avenue, de plek waar de rijksten van de rijksten wonen. Mensen die zich in allerlei bochten wringen om zo min mogelijk belasting te betalen. Het is een droevig beeld. In grafieken komt aan me voorbij hoezeer de armen in de VS gemarginaliseerd zijn door de hebzucht van een heel kleine groep rijken. En de rijken geven een fractie van hun vermogen aan goede doelen om de menigte te sussen. Ze geven geld aan politici om te voorkomen dat belastingverhoging wordt ingevoerd, ze steunen universitaire programma's die economen opleiden in hun wereldbeeld en hebben te Tea party in het leven geroepen.

 Ze scheppen een beeld van hun succes dat ze met hun eigen werk hebben opgebouwd en verwijten armen  luiheid. Ze zouden de steun die ze krijgen als een hangmat gebruiken. De rijken zijn echt niet de enigen die denken dat ze hun rijkdom alleen aan zichzelf te danken hebben. In de documentaire komt een experiment voor. Twee mensen spelen Monopoly. Het lot bepaalt wie bevoordeeld wordt: meer geld aan het begin en meer salaris bij het passeren van start en gooien met twee dobbelstenen. De voorsprong van de bevoordeelde ligt voor de hand, en toch denkt iedereen die aan de test meedeed dat hij of zij het aan zichzelf te danken had. Zonder compassie. Ik zou dat ook hebben, net als vele anderen. Het zit in ons om te willen bezitten. 

Ik probeer me in te leven in de houding van deze rijken. Het is een beetje lastig omdat ik me weinig kan voorstellen bij een vermogen van een paar miljard. Toch weet ik dat ik in aard ook zo ben. Ik hecht ook aan mijn eigendommen. Ik denk ook dat ik mijn succes aan mezelf te danken heb terwijl er voldoende omgevingsfactoren in mijn voordeel waren. Ik weet dat ik ook zo zou kunnen zijn omdat ik alle zaden in me heb van goed en kwaad. Net als de rijken en de armen. 

Het is niet voor niets dat de Boeddha ons heeft aangeraden om niet te hechten aan bezit. Het voorkomt veel ellende. Als je weinig hebt, heb je weinig te verliezen. Dat geeft vrijheid. Ik heb het gemerkt toen ik veel spullen weg deed voor mijn verhuizing, maar ik hecht nog steeds aan mijn bezittingen. Loslaten is dan misschien goed, het is niet eenvoudig. 


dinsdag 27 november 2012

Bietjes en knolselderij

Voor mijn lunch deze week maakte ik zondag een pan knolselderijsoep en bietjessalade. De soep ging volgens mijn standaardrecept: veel groente net onder water in de pan, bouillonblokje erbij en wat kruiden naar smaak. Dit keer sneed ik er als extraatje een rode uit doorheen. Als het gaar is, pureren met de staafmixer. Het levert altijd weer een intens smakende soep op. Iedere morgen warm ik een deel van de soep op. Die gaat in een kleine thermosfles (ooit uit een kerstpakket) mee naar mijn werk.Rond lunchtijd heb ik dan heerlijk warme soep. 

De bietjes kookte ik gaar en daarna gingen ze door de rasp. Ik combineerde het met fijn gesneden mierikswortel. Elke dag heb ik naast mijn boterhammen nog een klein hapje groente. Dat maakt elke lunch een klein feestje.

Ik kookte meer bietjes dan ik nodig had voor de salade. Daar maakte ik bietenrelish van, een soort kruidige salade. Het is heel lekker met geitenkaas, cottage cheese of bij andere frisse kazen. Het recept heb ik ooit uit een kookboek gekopieerd. Ik heb dus geen idee van wie het oorspronkelijk is. 

Ik kookte een kilo bietjes, die ik vervolgens in kleine reepjes sneed. Ik heb ze niet geraspt omdat je ze dan tot prut kookt. Daarna deed ik in een pan 400 gram suiker, een goede scheut azijn, een theelepel gemalen koriander, gemalen piment, kaneel en 8 kruidnagels. Dat bracht ik aan de kook. Intussen sneed ik 5 sjalotten fijn die door de saus gingen met 4 tenen knoflook uit de knijper. Daarna moesten er 4 sinaasappels door en de rasp van 1 sinaasappel. Om de stukjes van de sinaasappel zonder velletjes in de saus te krijgen, schilde ik de vrucht dik en daarna sneed ik de stukjes tussen de velletjes uit. Omdat ik dat boven de pan deed, kwam het sap ook in de relish. Tenslotte hakte ik een goed stuk verse gember fijn en deed dat bij de saus. 

Toen dit een beetje gemengd was, gingen de bietenreepjes erbij en liet ik het geheel een half uur pruttelen. Ik kook dit in een gietijzeren pan. Als ik het gas uit zet, blijft de pan nog lang heet en kan de relish goed nagaren. En ik gebruik niet meer gas dan nodig is.

Gisteravond was het tijd om de relish in te maken. Ik maakte 3 potten schoon met kokend heet water en soda en daarna nog een keer met alleen kokend water. Terwijl ik dat deed, warmde ik de relish weer op. Als die goed heet in de potten gaat, werkt het vacuümprincipe van de potten het best. En daarna is het wachten op de drie klikken die ik moest horen om te weten dat de potten vacuum zijn getrokken.
Inmiddels staan de bietjes in de voorraadkast bij de flessen druivensap, de ingemaakte peertjes en nog wat jam en kersen op rode wijn van vorig jaar. Mijn nichtje is dol op deze relish. Ik ga haar met kerst maar eens blij maken. 

maandag 26 november 2012

Huiskamertoneel

Kort nadat ik in mijn nieuwe huis was komen wonen, vond ik een uitnodiging van J. in mijn brievenbus. Ze woont hier in de buurt, is drama docent en wilde graag met een paar mensen uit de buurt en toneelstuk maken en dat voor andere mensen uit de buurt opvoeren. Het voorstel sprak me erg aan. Ik heb haar gemaild en kon meedoen. Er waren nog twee andere vrouwen die belangstelling hadden: een mooi clubje.

In 11 sessies ontstond een treinreis langs ontmoetingen. J. kwam al vroeg met een Russisch liedje over een blauwe trein, maar dan in het Nederlands. Dat werd het begin. Daarna kreeg ieder een personage. Dat was een leuk onderdeel. In een interview vertel je wie je bent en gaandeweg ontstaat er iemand. Natuurlijk is het personage in de volgende weken erg veranderd, maar het was een leuk begin.



Uiteindelijk hadden we een teruggetrokken vrouw die precies wist hoe het hoorde, haar zus die voor de vorm een ontmoeting met haar had, een operazangeres die een boek wil schrijven en een picknick heeft met een dierbare collega van vroeger die haar stem kwijt is en een dichter die de lof zingt van de teruggetrokken vrouw. En dat liep langzaam in elkaar over.

Het was een afwisselende voorstelling met een computerfragment, liedjes, korte scènes en gedichten. De toeschouwers zaten in rijen, alsof ze in de trein zaten en als wij niet speelden zaten we er zelf ook tussen, maar ging het spel door. 'Zou u even mijn tas kunnen pakken uit het rek?' en 'Mag ik uw kaartje even zien?' en 'De trein vertrekt toch wel op tijd?'

Mijn vroegere buurvrouw V. was gekomen. Al snel bleek zij de broer van de buurvrouw van één van de andere toneeldames te kennen. Samen ooit muziek gemaakt. De wereld is klein genoeg, zo nu en dan. Het was een reuze leuke avond. J. had het prachtig verzorgd met mooie wijnen en lekkere hapjes. Nooit geweten dat na een avond toneelspel een stukje turks brood met tzatziki zo lekker kan zijn. En dat samen een toneelstuk maken zo leuk kan zijn.

vrijdag 23 november 2012

Restjes

Een andere vraag die Milieucentraal deze week stelde, ging over voedsel. Het is een heel belangrijke vraag. We schijnen, alleen in Nederland al, voor een paar miljard aan voedsel weg te gooien. Bij mij verdwijnt er  soms ook het een en ander in de vuilnisbak. Er was bijvoorbeeld een heerlijk stoofpeertje achter in de koelkast terecht gekomen. Helaas was het gaan gisten. Soms ligt kaas te lang en wordt het zo hard dat ik er niks meer mee kan.

Wat het eerst bij mij opkomt is: wat je niet in huis haalt, hoef je ook niet weg te gooien. Ik koop toch wel regelmatig teveel groente. Het ziet er in de winkel altijd zo verlokkelijk uit maar het komt er op neer dat ik toch extra koolbladeren die vergeeld zijn, de buitenste bladeren van de witlof, verschrompelde teentjes knoflook of uien moet weggooien. De meeste dingen gaan dan op mijn composthoop, maar toch. Als je afpast aan je behoeften wat je koopt en kookt, is het niet nodig om dingen weg te gooien. Ik zelf koop een combinatie van groenten die snel bederven en bewaargroenten. De 'snelle groenten' gaan eerst op en later in de week eet ik de bewaargroenten.

Maar goed, als je dan toch restjes hebt, wat doe je dan? Een eeuw geleden was het aanbod van voedsel en goederen een stuk kleiner. Dat kon je terug zien in het gedrag van mensen. Iedereen, of in ieder geval bijna iedereen, was zuinig. Met kleding, met huisraad (de pannenlapper was er nog) en ook met voedsel. In de hogere kringen hielden veel vrouwen boekjes bij waarin ze aantekenden wat er gegeten zou je worden. Je ziet ze nog wel terug in archieven. Restjes werden altijd hergebruikt. Als op maandag bijvoorbeeld ossenstaart werd gegeten als hoofdgerecht, was er op dinsdag ossenstaartsoep vooraf. Nu eet ik niet iedere dag drie gangen, maar de houding van hergebruik is wel goed. Ik maak soms een salade met wat pasta die over is van de vorige dag en neem die mee naar mijn werk.

Verder was het heel gebruikelijk om schoteltjes en kroketjes te maken van restjes. En dat zouden we nog steeds kunnen doen. Bij de Olympische winterspelen waren in het Holland House bitterballen van hutspot te koop. Die kun je natuurlijk zelf maken. Je kunt aardappelkroketjes maken, maar ook risotto leent zich er goed voor. En hoeveel restjes worden niet heerlijk als je er kaas overheen strooit en het even in de over zet? Dus: restjes in de koelkast bewaren en later verwerken in een schotel of kroket, net als vroeger.

woensdag 21 november 2012

Verpakking

Milieucentraal is bezig met een actie over verpakkingsmateriaal. De vraag die ze stellen is hoe je voorkomt dat je er veel van moet weggooien. Ik doe een paar voor de hand liggende dingen:
  • Zelf een tassen meenemen als ik boodschappen ga doen
  • De papieren zakken voor de groente (bij de ecosupermarkt) hergebruiken (gewoon de volgende keer weer meenemen naar de winkel en de nieuwe prijssticker over de oude.)
  • Zoveel mogelijk de groente los kopen, verpakking is vaak helemaal niet nodig.
  • Bij de kaaswinkel lever ik mijn papier weer in en laat ik er nieuwe kaas in verpakken. Dat doe ik 1 keer, daarna heb ik het idee dat het niet hygienisch meer is.
  • Hergebruik van verpakkingsmateriaal dat ik soms toch krijg. De zak waarin ik brood koop, kan ik gebruiken om mijn boterhammen mee te nemen naar mijn werk. Als ik een keer toch een plastic zakje meeneem (die van heel dun plastic waar je in de supermarkt de groenten in moet doen), dan gebruik ik dat thuis als afvalzak.
  • Weinig wegwerpspullen gebruiken, bijvoorbeeld geen papieren zakdoekjes (stoffen zakdoeken), geen keukenrol (gewoon een keukendoekje gebruiken). Dat is niet alleen het verpakkingsmateriaal maar ook het vele weggooien van dingen die je maar heel kort gebruikt. 
Ik las nog de tip van het kopen van grote verpakkingen. Dat kan alleen met voedsel dat je lang kunt bewaren of schoonmaakmiddelen (als je ze niet zelf maakt) en wc-papier. Tenzij je een gezin hebt met grootverbruikers.

Ookal doe ik dit, er zit nog steeds veel plastic in mijn afvalbak. Plastic is toch het meest ideale verpakkingsmateriaal, licht, hygienisch en in allerlei vormen te leveren. Aan het begin van het proces dus prima, aan het einde ervan juist een groot probleem. Er drijft intussen een werelddeel aan plastic op zee. het gif dat daar uit komt, komt in onze voedselketen. Daarom vind ik vis eten is niet meer zo'n goed idee.

Het zou ideaal zijn als je van alles los kon kopen. Dat betekent toch al gauw dat je bij de kleinere winkels langs gaat. En dat zou me dan een groot deel van mijn vrije zaterdag kosten, die ik vaak besteed aan andere dingen. Het is een dilemma. In een aantal gemeenten wordt het plastic nu apart ingezameld. Zou dat uitmaken of is het windowdressing? Ik ga het toch eens navragen. In mijn gemeente zamelen ze niet apart in. Ik kan altijd even vragen waarom dat zo is.

No impact man beschrijft in zijn boek het afvalprobleem heel mooi. Zodra hij de vuilniszak heeft weggebracht, is hij er van af. Maar vanaf dat moment is het een probleem van de maatschappij, dus van iedereen geworden. Dat is toch iets om rekening mee te houden; het maakt het beperken van je afval een vorm van wellevendheid.

Foto: forum.ellegirl.nl

dinsdag 20 november 2012

De droom van autarkie

Als de behoefte aan zelfvoorziening genetisch bepaald is, bezit ik het gen. Mijn ouders hadden, naast hun liefde voor de groentetuin, allebei hun dromen over zelfvoorzienend leven. Ik zie dat achteraf. Op het moment dat het gebeurde, lette ik er niet zo op.

Ik denk dat het een mengvorm was tussen verlangen naar of de noodzaak van zuinigheid en een soort autarkie. Mijn moeder maakte veel kleding zelf. Later had ze ook een breimachine. Mijn twee zussen hebben allebei dit gen, mijn nichtje ook.  Zij maken prachtige kleding. Ik heb er het geduld niet voor.Mijn moeder weckte groente en op dinsdag probeerde ze nieuwe recepten. Mijn vader was een aardappels-groente-vlees-man, en op dinsdag gaf hij een cursus in Utrecht. Wij vonden dat experimenteren leuk en hij had er zo geen last van. Het inmaken van groente en fruit is in mijn genen terecht gekomen. Nieuwe recepten probeer ik ook graag uit. Daarin ben ik niet de enige, we zijn allemaal dol op eten.

Mijn vader was een campeerder. Hij vond het heerlijk om onder de bomen bij het water te zitten. Hij viste ook graag, maar we aten de vis niet op. Althans dat herinner ik mij niet. Achteraf moet ik altijd glimlachen om het keteltje water dat hij op de bbq zette nadat we het vlees op hadden. Hij kookte het water voor de afwas. Hij wilde alle warmte van de kolen benutten. Hij genoot er echt van als hij het water kokend kreeg. Ik heb nog nooit water gekookt op een bbq, en volgens mij doen mijn broers en zussen dit ook niet. De les: alles benutten, is wel blijven hangen denk ik. 

Autarkie is natuurlijk een droom. Voor ons is dat niet meer haalbaar omdat er zoveel dingen in huis afhankelijk zijn van stroom of gas of digitale verbindingen. Maar met kleine dingen kan ik toch een beetje het autarkisch gevoel oproepen, dat gevoel van leven in een cottage. Op diverse blogs over consuminderen vind je allerlei dingen die je zelf kunt maken. Een paar heb ik geprobeerd.

Op de blog eenvoudigleven vond ik een recept voor wasmiddel van Savon de Marseille. Het is heel eenvoudig te maken, werkt uitstekend en het kost bijna niks. Je maakt 5 liter in één keer. Dat is nogal wat in mijn geval, met die paar wassen die ik doe. Ik las ergens anders (heb het webadres niet onthouden) dat je wat soda moet toevoegen. Dat is goed voor het schoon houden van de leidingen. Het leek me een goed idee, dus in mijn 'wasmiddel a la eenvoudigleven' zit een beetje soda. Het heeft even geduurd voordat ik een oplossing had voor de grote hoeveelheid wasmiddel: een container van autoruitenvloeistof. Dat koop je per 5 liter. Nu staat er dus een container vol wasmiddel in mijn kelderkast. Bij de wasmachine heb ik een kleine fles. 

Savon de Marseille is een zeer natuurlijke zeep. Het wasmiddel dat je ervan maakt bevat geen chemische rommel. Een blok zeep kostte me 4,95. Als ik het goed berekend heb, kan ik daar 25 liter wasmiddel van maken. Het kan dus, naast een vriendelijke, ook een goedkope manier van wassen zijn. Als je dat wilt...... Ik vind het leuk om mijn wasmiddel een bijzondere geur te geven: dus gebruik ik etherisch olie in de kleine fles. Op dit moment is de geur een combinatie van wilde rozen en thijm. Het is echt heerlijk om dan de schone, geurige was uit te hangen. 

Ruitenvloeistof kocht ik vroeger wel. Anders had ik de container niet gehad. Sinds een paar jaar maak ik het zelf van allesreiniger, spiritus en water. Gisteravond heb ik een nieuwe fles gemaakt. De ruiten van de auto hebben wel het een en ander nodig bij dit weer.  Ook dit 'recept' is heel eenvoudig: drie deciliter spiritus mengen met 1 deciliter allerreiniger en 6 deciliter water. De ramen worden er brandschoon van. In de zomer doe ik naar verhouding meer water in het mengsel, omdat er dan geen bevriezingsrisico is. Hoe minder chemische rommel ik gebruik, hoe beter.


De foto is afkomstig van de site polyvora.com

maandag 19 november 2012

Variatie op een thema

Afgelopen weekend maakte ik met een goede vriend koekjes van knolselderij. Er was een dipsaus bij van yoghurt en peterselie. De koekjes waren eerder op dan de saus. Toch jammer om weg te doen. Daarom maakte ik een variatie op tzatziki: Hollandse wintertzatziki.

Ik raspte een halve knolselderij als vervanging van de komkommer en een stukje van de mierikswortel, die ik bij Bioromeo had gekocht, in plaats van de knoflook. Dat roerde ik door de yoghurt en vulde het aan met nog wat hangop. De peterselie die er al doorheen zat is een mooi alternatief voor de munt of de dille die normaal door tzatziki gaat.

Ik heb het mengsel wat dikker gelaten dan gewoonlijk bij tzatziki  omdat ik het op brood wil kunnen smeren: gezond broodbeleg voor weinig geld en gemaakt van ingrediënten van het seizoen en uit de buurt. Zo kan ik het goede verantwoordelijke leven combineren met het goede smakelijke leven en dat is een plezierige gedachte.

zondag 18 november 2012

Groenten uit de 'buurt'

Via twitter kwam ik het bedrijf Bioromeo tegen: een samenwerking van biologische boeren uit de Noordoostpolder. De lijst met groenten in de webwinkel is indrukwekkend. Als je groenten eet van het seizoen en je haalt die ook uit de buurt, is dat het minst belastend voor het milieu. Daar streef ik dus naar. Nu woon ik niet in de Noordoostpolder. Normaal zou ik er dus niet kopen. Maar er was dit keer een uitzondering.

Dit weekend zou ik naar Almere gaan. Mijn zus woont daar met haar gezin. Mijn nichtje was jarig en zaterdag was haar feestje. Ik zou dus zaterdag door de Noordoostpolder komen. Dat was een mooie gelegenheid om biologische groenten te kopen bij deze winkel. Na een korte mailwisseling met Krispijn, die de bestellingen regelt, stuurde ik een lijst met mijn wensen en ging ik op pad.

Rijden door de Noordoostpolder is als rijden door de geschiedenis. Het is zo bijzonder om te zien dat alle boerderijen op dezelfde manier zijn gebouwd. Het voorhuis is overal een typisch jaren vijftig huis. De schuur heeft een voorgevel van beton, die er op afstand uit ziet als een vakwerkhuis, maar dan wel heel modern. Natuurlijk hebben bewoners in de afgelopen decennia aan de huizen verbouwd. Het is opvallend hoeveel schuren met latjes zijn betimmerd, zodat de originele vormen niet meer te zien zijn. Ik vind dat jammer. Het is een prachtig ontwerp.

Terwijl ik genietend door de polder rijd, doemt er een beeld voor me op dat ik nog nooit eerder gezien heb. Wel op oude films, maar niet in werkelijkheid. Mannen lopen naast elkaar in een rij door het land en kijken naar de grond. Ik weet niet wat ze doen, wat ze controleren, maar er gaat een enorme rust uit van het beeld.

Bij Bioromeo hebben ze de schuur gelaten zoals die was. Er staat nog een schuur naast, maar er is niets aan de buitenkant gedaan. Ik laad mijn autootje vol met pompoenen, mierikswortel, knoflook, pastinaken, regenboogwortelen, wilde en gewone bieten, een romanesco, sjalotten, witlof en wortelpeterselie. Ik verras mijn zus met de regenboogwortelen en een paar wilde bieten. Het is altijd leuk om nieuwe groenten te proeven. Mijn zus, haar man en zoon houden daar ook van. De twee dochters zijn wat kieskeuriger, maar daar groeien ze misschien nog overheen.

Inmiddels ben ik weer thuis. Een deel van de pastinaken is tot soep gekookt op de manier van mijn snelle soep en de rest van de groenten ligt in het donker in het schuurtje. De komende tijd kan ik vooruit met heerlijke, biologische, Nederlandse groenten.

De foto komt van de website Cultuurwijs.nl

vrijdag 16 november 2012

Psalm

Stilte is een element van milde vriendelijkheid. Wachten, niets zeggen en rustig opmerken wat er gebeurt. Dat maakt het makkelijker om kalm mijn reactie bepalen. Snelle oordelen en snelle opmerkingen, ze zijn beslist spontaan en impulsiviteit kan charmant zijn, maar milde vriendelijkheid vraagt een rustig oordeel en voorzichtigheid. 

Ik herinner me dat ik ooit een gesprek had met mijn moeder. Ik was een jaar of 14. Ze vertelde me dat ze een bepaalde psalm van David vaak als gebed gebruikte. Dat had ze nodig, want mijn moeder kon soms heel snel en heel scherp uit de hoek komen. Dat was niet altijd prettig, niet voor haar omgeving en niet voor haar. Eigenlijk was deze psalm een soort mantra voor mijn moeder. Zij koos, als christen, deze tekst, maar er zijn vele andere mogelijkheden, In iedere religie is wel zoiets te vinden.

Ik heb de psalm geleerd uit een proefbundel voor de nieuwe psalmberijming van de gereformeerden (vrijg.):

Zet o Heer een wacht voor mijn lippen, 
Behoed de deuren van mijn mond
Opdat in onbewaakte stond
Geen ijdel woord mijn kan ontglippen. 

Het is een mooie beeldspraak: wachters voor de deur.

woensdag 14 november 2012

Bokbier

Bokbier heeft voor mij een bijzondere betekenis. In oktober 1996 deed ik staatsexamen Wekenlang had ik hard gestudeerd op chronologie, paleografie en de geschiedenis van Nederland. Het was een stevig, mondeling examen en gelukkig kwam ik er goed door. Met mijn diploma, inclusief de aantekening dat ik met genoegen was geslaagd, stapte ik in de trein.

Toen ik aan het einde van de rit uit de trein stapte, stond mijn man me op te wachten op het station. We gingen samen een hapje eten bij een eetcafé in de buurt en hij gaf me een mooi pennenset. In het eetcafé was niet direct een tafeltje vrij, dus gingen we aan de bar zitten wachten. We wilden allebei wel een drankje en ik nam een bokbier. Dat was een goede keuze. Ik kan me niet herinneren dat een biertje me ooit zo goed gesmaakt heeft als toen.

Sinds die bijzondere keer, zorg ik ieder jaar in oktober dat ik een mooi glas bokbier drink. En ieder jaar is het weer hetzelfde genoegen in combinatie met dezelfde mooie herinnering. Dit jaar had ik dus Christoffel en rookbok. De Christoffel vond ik het lekkerst. Het bier heeft iets zoetigs, maar niet teveel. Voor het rookbier was ik gewaarschuwd, door mijn broer en door een vriend. Zij vinden dat niet lekker. Ik ook niet zo heel erg, merkte ik.

Het laatste biertje dat ik heb geproefd is de Olle Grieze. Het is gebrouwen in Veenhuizen, bij brouwerij Maallust. Het is een brouwerij met een bijzondere geschiedenis.De stijl van het etiket past precies in het dorp van de Maatschappij van Weldadigheid waar ieder huis een stichtelijke naam heeft, als 'volharding' of 'bitter en zoet'.
Ik vond het een mooi biertje. Voor mij is de charme ook dat voor het bier een oud recept opnieuw is gebruikt. Alsof je al bier drinkend een reis maakt door de tijd. Vermoedelijk is het recept gemoderniseerd en de ingrediënten zouden in die tijd best anders zijn geweest. Denk alleen maar aan het water dat gebruikt werd. Maar toch, het is erg leuk om oude recepten te proeven.

Dit soort kleine genoegens maken het leven goed.

zondag 11 november 2012

Ommelandermarkt

Gistermiddag liep ik met mijn broer en schoonzus via het centrum van de stad naar het station. Ze waren   langs gekomen om mijn nieuwe huis te zien. We hadden een gezellige avond. Ze kwamen rond etenstijd. Ik had een Thaise groenteschotel gemaakt. Rode ui met knoflook gebakken, gember, citroengras, rode curry en kokosmelk er door. Bloemkool in kleine roosjes even gekookt en dan erbij, samen met stukjes prei, plakjes champignons, cashewnoten en vegetarische nasiblokjes. Ik gaf er naanbrood bij. Als toetje had ik mangomousse: hetzelfde recept als de perenmousse van het vriendinnenetentje, maar dan met mango. We dronken een mooie gewurztraminer.

We hadden een heerlijk praatavondje met thee en gesuikerde gember bij mijn gaskacheltje. Ik vertelde over mijn plannen voor mijn jubeljaar. We bespraken onze gevoelens bij de politieke ontwikkelingen en onze gedachten over rijkdom en armoede. Over de betekenis van eerlijk delen. 's Morgens ging het gesprek verder waar we het gelaten hadden toen we gingen slapen.

Op een bepaald moment ging de bel: politie voor de deur. Dat is altijd even schrikken. De ene agent stelde me meteen gerust. Er was niets ernstigs. De vraag was of ik kon zeggen waar ik mijn auto geparkeerd had. Vrijdagavond had ik me bijzonder gelukkig gevoeld omdat er in de straat nog een parkeerplek vrij was. Dat bleek een invalidenparkeerplaats te zijn. De gebruikers hadden de politie gebeld. Toch reuze aardig dat ze het even kwamen zeggen. Anders had het me € 340,00 gekost. Compliment voor de politie.

We besloten van mijn huis, via het centrum, naar het station te lopen. Het is een wandeling van een half uur. Het was lekker weer en in deze tijd van het jaar is het belangrijk om buiten te zijn als het licht is. De wandeling ging langs de Ommelander markt, een boerenmarkt met producten uit de omgeving. We gingen 'even' naar binnen.

Ik raakte gezellig aan de praat met een imker. Hij zorgde zelf voor 8 bijenvolken, maar zijn broer was een professioneel imker met ongeveer 150 volken. Daar krijg je heel veel honing van. De topproductie van één volk kan oplopen tot 10 kilo honing per dag! Dat is nog eens een verklaring voor de uidrukking nijvere bij. Iedere honing heeft zijn eigen smaak. Lindehoning, bijvoorbeeld, heeft een nasmaak van munt en kastanje honing smaakt wat naar caramel.

Mijn volgende stop was een taartenbakster. Zij had een heerlijke hartige taart staan van spinazie, ricotta en zonnebloempitten. Alle taarten zagen er pachtig uit. Ik houd alleen niet zo van zoete taart. Er stond ook een varkenshouder. Hij zorgde voor grasvarkens. De varkens leven in groepen  (het zijn echt groepsdieren, vertelde de man me, ze worden zelfs in grote groepen geboren) en zijn dag en nacht, zomer en winter buiten. Ze krijgen geen antibiotica en eten gras en kruiden. Ik wilde net een gesprek met hem beginnen toen mijn broer mij kwam halen. Hij wilde toch graag nog wat lopen.
De route ging langs de grootste bierwinkel in de stad. Ze hebben ook wijn en sterkere drank, maar ik kom er altijd voor bier. Hoewel het wat laat is in het jaar, was er nog wel wat bokbier te krijgen. Broer en vriendin kochten diverse soorten en ik koos drie bieren om te proberen: winterse Christoffelbok, Rookbok van Mommerie en het bier dat de winnaar is van het laatste bierfestival: d'Olle Grieze.

Nadat ik broer en vriendin had afgezet bij het station, liep ik terug naar de markt. Daar kocht ik 2 grote pastinaken, een bijzonder soort biet, een grote struik boerenkool, een halve kilo krieltjes en een pompoen voor iets meer dan vijf euro. De struik boerenkool staat nu op mijn terras in een schaal met water. Zo kan ik hem nog weken goed houden en er zo nu en dan bladeren van eten. Ik heb een heerlijk recept van boerenkool met rode peper bij couscous. Dat ga ik deze week eens maken.

Iedere tweede zaterdag van de maand is er deze markt. Ik ga daar in mijn agenda toch maar eens rekening mee houden. Zoveel eerlijke producten uit de regio bij elkaar! Het maakt me blij, omdat het verantwoord leven voor mij een stuk makkelijker wordt met zo'n markt in de buurt.

zaterdag 10 november 2012

Snelle recepten voor een drukke week

Soms zijn er weken dat ik elke avond weg ben. Ik kom meestal om half 7 thuis van mijn werk en als ik afspraken heb, moet ik na een uur meestal weer weg. Ik wil dan toch goed eten. In de afgelopen jaren heb ik een paar fijne, snelle recepten gevonden, die dan op het menu komen:

Snelle soep
Veel groente in een pan, water erbij tot de groente net onder staat. Neem één soort, dat scheelt tijd bij het snijden. Een bouillonblokje erbij. Koken tot de groente gaar is. Hoe kleiner de stukjes, hoe sneller het gaat. Dan de staafmixer er in zetten. Afmaken met room of kaas, afhankelijk van de groente. Een favoriet van mij is bloemkool met sojaroom en gorgonzola.
Je kunt brood bij de soep nemen of witte bonen meekoken en pureren om een wat voedzamere soep te krijgen.

Snelle salade
Mijn favoriete snelle salade is van witlof, aardappels, augurken, geraspte kaas, gekookt ei en (in de tijd dat het in de tuin staat) heel veel verse bieslook. Als ik deze salade maak, kook in de dag van tevoren de aardappel (in de schil want dat is veel lekkerder) en het ei. Dat kan terwijl ik aan het eten ben of in het weekend voorafgaand aan de drukke week. 
Ik maak een mengsel van yoghurt en mayonaise of sojaroom en mayonaise, peper, zout en bieslook (in de winter dus gedroogd). Daarna snijd ik alle ingrediënten fijn en meng die door de saus. Met de geraspte kaas er overheen heb ik een heerlijke salade.

Snelle roerbak
Deze mie is altijd snel klaar. Ik begin met het koken van water. Daar gaan doperwten uit de diepvries in. Ondertussen snij ik een uitje fijn. Dat bak ik in olie. Daarna haal ik de doperwten met een schuimspaan uit het kokende water en voeg die bij de uitjes. Dan voeg ik een handje cashewnoten toe. Ik zet het vuur onder het water uit en doe chinese mie in de pan. Als ik dat gedaan heb, heb ik nog 4 minuten want dat is de tijd waarin de mie gaar wordt. Ik voeg een boemboe en taugé toe aan de roerbakgroente. Even omroeren om alle smaken goed te mengen. De afgegoten mie gaat bij de groente en dat roer ik nog even door. Als ik het in huis heb, neem ik er wat zoetzuur bij. 

Snelle wrap
Dit is echt een haast-gerecht. Ik leg een wrap in een koekenpan zonder olie en smeer daar tacosaus op. Ik heb het liefst de hete variant. Dan voeg ik wat kidneybonen uit een blikje en geraspte kaas toe. Ik laat de wrap op een laag vuur staan, tot de kaas is gesmolten. Terwijl de kaas smelt en de wrap heet wordt, snijd ik wat blaadjes sla. Er gaat wat sla op de saus, bonen en kaas en dan sla ik de wrap dubbel. Twee van deze wraps zijn voor mij een volledige maaltijd. 

Snelle erwten
Ik ben dol op kikkererwten. Deze schotel is zó gemaakt. Als ik meer tijd heb gaan er nog heel veel andere groenten door dit gerecht en maak ik het klaar in de tahine. Als ik haast heb, wordt het een wat kalere variant, maar nog steeds heel lekker. Ik zet couscous in een laagje water zodat het kan wellen. Intussen bak ik een gesnipperd uitje en wat knoflook. Daar gaan na een tijdje de tomatenstukjes uit blik en de gare bonen bij. Meestal heb ik wat bakjes met gekookte bonen in het vriesvak, nu niet omdat het vol staat met de appelcompote. Ik kruid het met Ras el hanout, een heerlijk geurig kruidenmengsel dat ook wel bekend staat als couscouskruiden en laat het een tijdje pruttelen. Als de couscous geweld is, gaat dit bonenmengsel erbij. 

In de snelle recepten maak ik gebruik van spullen uit blik, als dat nodig is. Wat vooral helpt bij haast zijn drie dingen:
Neem niet teveel verschillende ingrediënten die je moet snijden. Dat kost vaak veel tijd. Alleen bloemkool of alleen een uitjes snijden is dan genoeg.
Snijd de groente fijn, dan wordt het sneller gaar.
Kies voor graanproducten die snel klaar zijn. Zilvervliesrijst of aardappels kosten meer tijd om klaar te maken dan chinese mie of couscous, die alleen maar hoeven te wellen.



dinsdag 6 november 2012

Winterrauwkost

Vroeger was het heel normaal. De meeste mensen aten groenten van het seizoen, de groenten die voor handen waren en bewaarden wat ze konden bewaren. In de zomer was het aanbod rijk en werden de voorraden opgebouwd. In de herfst kwamen daar fruit, noten en bessen bij. De bonen werden gedroogd, de aardappels opgeslagen, groenten en fruit werden geweckt. In november kwam het varken op de ladder en werden de worsten gemaakt. In de winter werd dan de voorraad langzaam opgegeten. Bewaargroenten kwamen regelmatig op tafel: kool, wortelen, aardappels en gedroogde bonen. Aan het einde van de winter werd het kariger. Ik las eens dat het niet voor niets is dat de vasten van de Katholieke kerk al eeuwen aan het einde van de winter valt. Er was dan toch weinig meer te eten.

Het eten van seizoensgroenten is de laatste jaren weer populair geworden. We kunnen in de winter frambozen, bramen, peultjes, tomaten en alle andere dingen die we zouden willen, eten. Maar dat eten moet wel aangevoerd worden uit alle hoeken van de wereld. De vervuiling die dat vervoer met zich meebrengt, voelt voor mij niet goed. Daarom ben ik al een tijdje bezig met het verzamelen van gerechten met groenten die ik de winter verkrijgbaar zijn. Bewaargroenten dus. Het is vooral een uitdaging om te zorgen dat ik nog rauwkost eet. Dit is het resultaat tot nu toe:

Een klassieker in de wintersalades is de Waldorfsalade. Knolselderij, appel en walnoten. Knolselderij en appel raspen, mayo, peper, zout en de walnoten erdoor. Supersimpel/ Op deze salade is makkelijk te variëren  Pastinaak kan goed ik plaats van de selderij. Peterseliewortel ook. Deze groente is een tijd weggeweest, maar absoluut de moeite waard om te proberen. De smaak is heerlijk kruidig. Door de salade met peterseliewortel doe ik graag kleine stukjes gekookt ei. Dat is heel voedzaam en smaakt prima. De appel kan vervangen worden door rozijnen. Je kunt ze ook als extra aan de saladetoevoegen. De mayonaise vervang ik nogal eens door cottagecheese. Het is milder van smaak en veel minder vet.

Wortel, voorals winterwortel, is ook een goede rauwkostgroente. Ik combineer wortelrasp met gember en zonnebloemolie, of met rozijnen (een veelgegeten Marokkaans gerecht), of ik meng het met knoflook en olijfolie. Die laatste neem ik dan uit voorzorg maar niet mee naar mijn werk.

Een rauwkost, waar ik een beetje mee smokkel is die met bieten, mierikswortel en cottagecheese. De bieten kook ik namelijk eerst voordat ik ze rasp. Maar daarna eet ik ze wel als salade. Rauw is het dus niet helemaal meer. Jonge bieten schijn je rauw te kunnen eten. Met bieten die al een tijd bewaard zijn, lijkt me dat niet zo aantrekkelijk.

Eten wat het seizoen te bieden heeft ook het voordeel die groenten vaak heel betaalbaar zijn.

Van kool schijn je ook mooie salades te kunnen maken. Ik heb dat zelf nog nooit gedaan. De smaak lijkt me zo stroef. Kool is wel een mooie bewaargroente. Ik heb er dus recepten van verzameld. Die komen later nog wel eens.....


zondag 4 november 2012

Vriendinnenetentje

Ik schreef het gisteren al: vriendinnen zijn voor mij een voorwaarde voor een goed leven. Daarnaast heb ik nog twee andere voorwaarden voor mijn geluk: liefde van mijn familie en een tuin. Op dit moment is in mijn leven aan deze voorwaarden voldaan; ik ben een tevreden mens.Gisteren maakte ik dus voor een groep vriendinnen een etentje dat past bij Grüner Veltliner.

Een korte speurtocht op intenet leverde een paar gerechten op, en toen ik mijn boekje Welke wijn waarbij van Huibrecht Duiker erbij pakte, bleek dat Internet de informatie van hem had overgenomen. De gerechten zie hij noemt passen heel goed bij de herfst. Paddestoelensalade, pompoensoep, dat zijn toch echt gerechten die je aan de herfst doen denken. Dit is wat ik er van gemaakt heb:

Crostini met paddestoelen
De crostini maakte ik met plakjes stokbrood, die ik met wat knoflook insmeerde en in de broodrooster deed. Je hoort de crostini eigenlijk in de oven te maken, maar die is kapot op dit moment. De ontdekking dat het ook heel makkelijk in de broodrooster kan, is een voordeel bij een nadeel: het vraagt veel minder stroom en het resultaat is prima. Het milieu mag ook meegenieten. Ik bakte in snippertjes gehakte champignons met rode ui, een klein beetje thijm, geweekte bospaddestoelen een scheut wijn en wat sojaroom, zout en peper.

Pompoensoep met gruyere 
In een grote pan roerbakte ik eerst een gesnipperd uitje in olijfolie. Daarna gingen er stukjes pompoen bij ik had een pompoen ter grootte van een voetbal), die ik even mee bakte. Ik voegde een liter groentebouillon toe, wat chilipoeder en thijm. Toen de pompoen gaar was, zette ik de staafmixer in de soep. Roerde is er een flinke scheut sojaroom doorheen Ik serveerde het met extra kaas.
  .
Pasta met pesto van walnoten, peterselie en beaufort en een lichte veldsalade
Beaufort is een kaas die (volgens Huibrecht) speciaal goed past bij Grüner Veltliner. Het is een nootachtige kaas.Ik vind 'm heerlijk. Ik wilde een herfstpesto. Daarom nam ik een basis van peterselie in plaats van basilicum en zonnebloem- en pompoenpitten in plaats van de pijnboompitten. De beaufort was dus de vervanger van de parmezaan  Knoflook is knoflook, die kun je nergens door vervangen. De pesto ging door de hete net afgegoten tagliatelle en met wat extra kaas erop op tafel. Erbij had ik een veldsla met een dressing van hazelnootolie en -azijn.

Dit zijn de drie gerechten die goed bij Grüner Veltliner passen. Desserts vragen toch om iets anders. Ik heb tijdens mijn vakantie een reis gemaakt naar de Loirestreek in Frankrijk en daar bij een proeverij een mooie dessertwijn gekocht. Ik vind een dessertwijn al snel te zoet en de gewone wijnen in de Loire te veel naar citrus smaken. Een dessertwijn die citrus in zich heeft is niet zo snel te zoet. Dus: ik ging naar huis met twee flessen van deze wijn.

Het dessert dat ik koos was een perenmousse van de stoofperen die ik onlangs gemaakt heb. Ik was de smaak van de wijn wat vergeten, dus het was een gok. Maar ik wilde mijn vriendinnen laten meegenieten van mijn huisvlijt. Ik maakte de mousse op basis van een recept voor mangomousse. Het is onvoorstelbaar simpel. Ik klopte een kwart liter slagroom, deed daar een theelepel suiker en gepureerde stoofpeertjes door. Dat ging in de koeling. Ik nam drie van de peertjes die ik heel had gelaten en in wijn gekookt en sneed ze doormidden. Samen met de mousse en geroosterde amandelsnippers was het een lekker dessert, dat het goed deed naast de wijn.

Tot slot was er koffie en thee met koekjes van de bakker op de hoek en chocola die M. had meegenomen.

Goed eten is een begin van een mooie avond. De rest lag volledig in handen van de vriendinnen. En dan komt het goed. Ik heb een prachtig warme, vrolijke, oprechte, plagerige en liefdevolle avond gehad. Ik heb besloten om er een traditie van te maken. In november maak ik voortaan een diner voor deze vriendinnen. Een mooie voor op mijn 52 wensenlijst voor volgend jaar.

zaterdag 3 november 2012

Kringloopchique

Vandaag komen mijn vriendinnen eten. Een vriend heeft voor mij uit Oostenrijk een aantal flessen Grüner Veltliner meegenomen. We gaan alleen gerechten eten die bij die wijn passen. Vorig jaar had ik een dinertje met top ecowijnen en per wijn een passend gerecht. Het zijn vaak heerlijke avonden. Vriendinnen zijn voor mij een van de voorwaarden voor een goed leven. Het praten onderling is sinds de vroege culturen een belangrijk onderdeel van vrouwenlevens.

Ik besteed veel aandacht aan het dekken van de tafel. Schoonheid is ook een onderdeel van het goede leven. Ooit had ik een servies van Wedgwood  maar dat heb ik weggedaan via Marktplaats. Het was mooi, maar heel erg duur als er iets kapot viel. Het werd een beetje teveel van het goede. Mijn zus begon op een bepaald moment met het verzamelen van wat zij noemde haar Marie Antoinette servies: crèmekleurig aardewerk met bloemetjes en gouden randjes. Ze heeft er al eens een heel feestelijke high tea mee gegeven, heerlijk tuttig.

Een voorbeeld van betaalbaar servies
Geïnspireerd op haar speurtocht naar dat MAservies, ben ik begonnen met wit servies met zilver. Ik heb inmiddels kopjes, theepotten, soepborden, een heel nest dekschalen en schaaltjes, ontbijtbordjes en een paar dinerborden. Die laatste zijn het lastigst te krijgen. Kennelijk vielen die toch vaker kapot dan andere borden. Dekschalen kun je over het algemeen in grote hoeveelheden krijgen. Omdat ze niet vaak werden gebruikt, gingen ze natuurlijk ook minder snel kapot. Het is mooi en chique, maar ik hoef me geen zorgen meer te maken dat ik zelf iets kapot laat vallen. Voor een euro of misschien iets meer, is een bord of een schaal te vervangen.

De enige uitzondering op het wit met zilver zijn de expressokopjes, of eigenlijk mokkakopjes. Dat zijn heel fijne porseleinen kopjes met gouden sterretjes en een gouden randje. Het zijn de kopjes die mijn ouders voor hun verloving hebben gekregen in het begin van de jaren zestig. Als kind mochten we uit die kopjes op zondag leren koffiedrinken: drie druppels koffie, veel suiker en veel melk. De kopjes zijn een symbool van mijn jeugd. Ik zie me nog zitten, op mijn knieën aan de salontafel om maar niet te knoeien en mijn uiterste best doen om mijn gezicht in de plooi te houden. Ik was immers groot genoeg om koffie te kunnen drinken? De kopjes brengen altijd een glimlach om mijn mond.

Mijn tafel is vanavond dus wit met zilver. Van mijn andere zus kreeg ik voor mijn nieuwe huis een grote witte kaars. Die vormt nu het centrum van de tafel. De servetten die ik gebruik zijn witte zakdoeken met de letter van mijn voornaam erop geborduurd. Ik heb ze ooit gekregen voor mijn verjaardag. Het tafelkleed is crème met blauw. Dat is gemaakt van een lap die ik voor € 2,00 per meter op de markt heb gekocht. Zo is er toch nog een beetje kleur op tafel. Dat, aangevuld met de gedroogde hortensia's uit mijn tuin, maakt de tafel compleet. Een mooie, stijlvolle tafel is voor iedereen bereikbaar, vind ik, zonder dat het echt heel veel geld hoeft te kosten.



woensdag 31 oktober 2012

Dhamma Brothers

Youtube bevat een heel aantal mooie interviews met Thich Nhat Hanh. Ik kijk er graag naar om steun te vinden in zijn levenswijsheid. Onlangs zag ik een uitzending van Oprah Winfrey waarin zij een interview met hem had. Oprah heeft nu het netwerk OWN. De uitzending die ik zag was een zondagprogramma; Super soul sunday. Naast haar inteview met Thich Nhat Hanh was er ook een uitzending over de Dhamma Brothers: een groep gevangenen in een van de meest beveiligde gevangenissen in de Verenigde Staten. Er zitten mensen die drie levenslang hebben gekregen en dus schuldig zijn bevonden aan vreselijke misdaden. Zware jongens, dus.

De psycholoog in de gevangenis heeft een project opgezet waarbij de gevangenen een 10-daagse Vipassanatraining kregen. 10 Dagen mediteren onder begeleiding en in afzondering van anderen in de gevangenis. De verandering bij deze mannen was enorm. Er is een tijd lang tegenwerking van buiten de gevangenis, maar uiteindelijk krijgt de meditatie voet aan de grond. En de uitwerking is onverwacht positief en duurzaam. Ik wil de uitzending graag delen, omdat het zo mooi is om zoveel eerlijkheid en de kracht van meditatie te zien.



dinsdag 30 oktober 2012

Dag van de stilte, pijn en geluk

Afgelopen zaterdag was het de Dag van de Stilte. Overal in het land waren activiteiten rond het thema stilte en de betekenis daarvan voor onderlinge verbondenheid. Dit is het tweede jaar dat de dag van de stilte is gehouden. Mijn zaterdag stond ook in het teken van stilte: de Noordelijke Dag van de Aandacht. Ook dat was voor het tweede jaar.

In het prachtige centrum in Lieveren troffen 80 leden van de Noordelijke sangha's elkaar. Het was voelbaar dat velen naar de dag hadden uitgekeken. De oude boerderij verraadt aan de buitenkant niet hoe rustgevend de binnenkant is met de prachtige lichtval in de zendo. Daar zongen we samen over mededogen en luisterden we naar broeder Phap Xa, die uit Duitsland was gekomen om zijn kennis en ervaring over het thema: contact maken met geluk en pijn, met ons te delen.
Het mooiste van dit soort bijeenkomsten zijn voor mij de leerzame verhalen uit de praktijk van Plumvillage en het leven van Thich Nhat Hanh in Vietnam. Ik voel met gesterkt in mijn zoektocht naar een goede houding tegenover het verdriet dat ik vaak heb over het lijden dat ik zie. Een mooi voorbeeld uit de praktijk: Tijdens de bombardementen in Vietnam kwam in het klooster van Thich Nhat Hanh de vraag op wat ze moesten doen, mediteren of de slachtoffers helpen. Na lang overleg besloten ze beide dingen te doen. Zelf in balans blijven om anderen te kunnen helpen. Een tweede verhaal: Een Vietnamveteraan vroeg Thich Nhat Hanh om hulp. In zijn tijd in Vietnam had hij kinderen gedood. Het schuldgevoel daarover bleef hem achtervolgen. Hij kreeg de goede raad om zich in te zetten voor kinderen in ontwikkelingslanden. Zij leefden nog maar hadden het moeilijk. De kinderen die hij gedood had, kon hij niet meer helpen, deze levende kinderen wel.
In het kort is de conclusie voor mij: zorg voor evenwicht en doe wat je kunt, waar je dat kunt.
De tuin rond het centrum biedt een uitgelezen kans om in volle aandacht te lopen. Het gras lag bezaaid met blaadjes van de berken, er waren paddenstoelen in veel soorten en aan de rand van de tuin het uitzicht over de Drentse akkers. De wind was stevig en fris op mijn wangen en op sommige plekken in de looproute koesterde de zon.
De dag eindigde met een groot geluk: er is nieuw leven. Eén van de leden van onze sangha vertelde dat hij vader wordt. Een gekoesterde droom gaat in vervulling. Wat een prachtige afsluiting van de dag!

vrijdag 26 oktober 2012

Eten uit de natuur

Oktober is de tijd voor het snoeien van de klimrozen. In mijn tuin staan twee prachtige exemplaren: een heel helder witte roos (ik denk dat het een Iceberg is) naast een plant met prachtige stevige grote rode rozen. Het blijft spannend, dat snoeien. Ik doe mijn best om dapper veel weg te knippen, maar waarschijnlijk ben ik nog steeds te voorzichtig. We zullen het zien volgend jaar. Eén van de gevolgen van te voorzichtig snoeien is de eenzijdige bloei: alleen bovenin de roos. Bij Clematissen zie je het ook: alle bloemen boven in de plant. Daar heb ik dit jaar iets aan gedaan. Ik heb een tak laag afgeknipt. Ik las dat daar dan weer bloemen komen. Ik zal met mijn neus op de Clematis zitten volgend jaar.


De takken van de gesnoeide rozen moesten naar de container. Toen ik terug liep met de kruiwagen, zag ik jonge brandnetels. Ik plukte ze om ze op te eten. Ik had in de zomer al gezien dat het Judasoor een plek gevonden had op de Vlier achter mijn huis. Die haalde ik van de tak af. In mijn tuin waren er nog een paar bonen en takjes kervel. Het werd de basis voor mijn avondeten. Vermoedelijk de laatste keer eten uit de tuin.

Ik bakte een klein gesnipperd uitje in wat zonnebloemolie. Daar deed ik de stukjes Judasoor bij. De bonen gingen kort in kokend water. Dat is het verrukkelijke aan bonen uit de tuin, zo vers dat je ze nauwelijks hoeft te koken en zo zoet! Nadat ik de bonen uit het water gehaald had, kookte ik er wat pasta in. Door het ui-judasoormengsel deed ik een scheut sojaroom. Daarna gingen de bonen, de gewassen, gehakte brandnetel en kervel erbij en wat geraspte kaas. Toen de  pasta lekker beetgaar was, gingen de slierten bij de saus. Even mengen, nog wat zout en peper erover en wat extra geraspte kaas. Een heerlijke maaltijd uit tuin en natuur. Het was een feest om dat op te eten.


zondag 21 oktober 2012

Thich Nhat Hanh

De eerste en derde zaterdag in de maand ga ik, als ik kan, naar de Sangha waar ik lid van ben. Een Sangha is een boeddhistische gemeenschap. We komen samen om te mediteren, om samen te oefenen. Ik kijk altijd uit naar deze ochtenden. Het is een feest om de anderen te zien en om te genieten van het samenzijn. Het is een warme groep mensen.

De sangha staat in de traditie van de Vietnamese monnik Thich Nhat Hanh. Hij is degene die koos voor geëngageerd boeddhisme. Toen hij jong was, was Vietnam in oorlog: eerst met de Fransen en later met de Amerikanen. De oorlog richtte een enorme schade aan. Thich Nhat Hanh wilde het klooster uit om mensen helpen en stichtte daarvoor de School of Youth for Social Service. Grote groepen jongeren volgden hem. Zij hielpen gewonden, bouwden afgebrande huizen weer op, gaven kinderen onderwijs, steunden dorpsgemeenschappen en deden dit alles vanuit geweldloosheid  en een streven naar vrede.
Zoals dit vaker gebeurt, werd de groep rond Thich Nhat Hanh gewantrouwd door beide strijdende partijen. Iedere partij dacht dat de groep betrokken was bij de vijand. Het heeft de mensen regelmatig in gevaar gebracht. Sommigen hebben het met de dood moeten bekopen.

Thich Nhat Hanh is één van de mensen die er in geslaagd is om in groot lijden mild te blijven en dit ook uit te dragen. Hij erkent zijn eigen lijden en dat van de ander. Hij heeft de bitterheid en de wrok gevoeld tegen de Franse en Amerikaanse soldaten. Maar hij zag tegelijkertijd dat het jonge jongens waren, die ook bang waren en liever teruggingen naar hun families. Zo kon hij liefdevol zijn naar zijn vijanden. Zijn milde, aandachtige en, respectvolle manier van leven spreekt me erg aan. In die mildheid zet hij zich in voor vrede en gelijkheid.

Zo wil ik zelf ook leven. Mild voor mezelf en anderen, aandachtig en respectvol in mijn contact met anderen en  de natuur. In de Sangha kan ik dit met mensen delen. Het is normaal om aandachtig naar elkaar te luisteren. We begrijpen van elkaar hoe moeilijk het kan zijn om jezelf los te laten. We kennen het gevoel van een meditatie die maar niet wil lukken omdat er teveel gedachten zijn. Juist daarom is het goed om samen te oefenen. Binnenkort vieren we een Dag van de Aandacht met de Sangha's in het Noorden. Ik zie er erg naar uit.




donderdag 18 oktober 2012

Druivenoogst

Het mooie van de herfst is de oogst: appels, peren, walnoten, kastanjes. De rijkdom van de natuur maakt voor mij het leven goed. Ik kook moes van de appels, stoof de peertjes, maak pesto met de walnoten, kook de kastanjes met spruitjes. Ieder jaar mag ik weer genieten van de druivenoogst uit de tuin van A. Hij heeft al jaren een enorme druif die bijna ieder jaar indrukwekkend veel vrucht draagt. Ook dit jaar krijg ik weer een grote plastic tas vol.

Thuisgekomen doe ik de druiven in een emmer water. Eerst moeten de beestjes uit de trossen. Vorig jaar heb ik heel veel potten druivensaus gemaakt op basis van een recept voor pruimenchutney. Het komt uit het boekje Confitures, chutney's en sauzen uit 1987, samengesteld door Pauline Zitter. Dit is wat ik toen deed met de druiven:

Doe 2 kilo druiven in de pan en kook dit tot sap. Zeef de velletjes en de pitten er uit. Snijd 2,5 cm verse gember heel fijn, en voeg dit met 1,5 kilo bruine suiker en wat zout toe aan het sap. Voeg daarna een theelepel gemalen koriander, een theelepel gemalen komijn, een theelepel uienpoeder en 4 kleine gedroogde pepertjes toe. Daarna nog 100 gram gemalen noten (amandelen, cashews of hazelnoten) en 200 gram rozijnen toevoegen. In het recept hoort ook 2 eetlepels azijn. Die voeg ik niet toe, want ik houd niet van zuur. 
Dit recept met pruimen wordt dik en smeerbaar. Met druiven blijft het vloeibaar, een saus die heel mooi past bij geitenkaas uit de oven of een gebakken camembertschijf, boontjes en aardappels. 

Ik heb nog genoeg saus voor een jaar. Dit jaar maak ik sap. Het is eenvoudig: koken, zeven en in flessen doen. 

Het loshalen van de druiven is een precies karweitje. Ik sta in de keuken en probeer aandachtig bezig te zijn, te genieten van dit moment. Zoals altijd gaan mijn gedachten alle kanten op en moet ik me eraan herinneren dat ik me ontspan. Het hoeft niet snel. Efficiënt werken is hier niet nodig. De kleur van de druiven is prachtig als ze samen in de pan liggen en als ze een tijdje koken liggen ze in roze sap. 


Dan gaan de druiven door de zeef. Ik duw ze wat aan om al het sap uit de druiven te krijgen. Het wordt er wat troebel van, maar voor de smaak maakt het niet zoveel uit. Daarna gaat het kokend heet in flessen, die ik heb schoongemaakt met kokend water en soda. Na het vullen van de flessen is er nog een klein restje om van te genieten. Het is licht zuur, maar de smaak is heerlijk zuiver.

Alle druivenpulp gaat in het compostvat. De takjes doe ik er niet bij omdat ik het idee heb dat die niet snel genoeg verteren. En dan is het tijd voor het schoonmaken van het gasstel en vooral de vloer van de keuken. Aan het einde van de middag zit ik bij de kachel en hoor ik het geluid dat het werk afmaakt: de klik van de deksel die vacuüm trekt. Dat is altijd weer een genoegen.

Van al het druiven wassen heb ik droge handen gekregen. Een rustmoment bij de kachel met geurige handcrème sluit een dag van oogsten en inmaken af. Binnenkort mogen mijn gasten komen genieten van het sap. Delen maakt het  leven goed.





Malala

Ze ligt in het ziekenhuis in Engeland. Een meisje van 14. In de kranten wordt ze een activiste genoemd. In haar nek geschoten door de Taliban. Ze strijd voor het recht op onderwijs, Malala Yousoufzai. Ik volg het geschokt en gefascineerd. Hoe kan dit toch? Hoe kan een klein meisje zó dapper zijn, bereid zijn om zoveel risico te lopen? En hoe kunnen volwassen mannen zó vijandig worden tegenover een kind, dat ze haar neerschieten en beloven dat te zullen blijven doen tot ze dood is.

Een begin van een antwoord vind ik in een filmpje over haar. Ze wordt in 2009 geïnterviewd met haar vader. Ze zegt dat ze graag dokter wil worden, maar dat haar vader vindt dat ze politica zou moeten worden. Het lijkt haar niet leuk, maar hij gelooft dat zij krachtig genoeg is om het te kunnen. Zij is in staat om een samenleving te creëren waarin alle mensen kunnen studeren. Terwijl hij met zijn hand over haar hoofd streelt, zegt hij: 'Toen ik haar voor het eerst zag, een net geboren kind en ik keek in haar ogen, werd ik verliefd op haar, geloof me. Ik houd van haar. Ik houd van haar.' Ze heeft een vader die in haar gelooft en van haar houdt. Ze heeft zijn liefde en zijn voorbeeld. Volgens mij is dat de basis van kracht in veel mensen; liefde en vertrouwen van anderen, en voor meisjes zeker van hun vader.

Over de tweede vraag praat ik met Bart. We zitten samen in de auto om de kas te gaan controleren bij de penningmeester van onze sangha (meditatiegemeenschap). Terwijl er een ree de weg oversteekt, vertelt hij dat hij een gesprek heeft gehad met een collega over een psychiatrische theorie. De theorie gaat over de manier waarop mensen samen een werkelijkheid maken. Hij noemt het voorbeeld van een gordijn. Hij kan zeggen dat het een groen gordijn is. Daarna kan ik naar het gordijn kijken en zeggen dat ik toch denk dat het meer blauw is. Waarschijnlijk besluiten we dan samen dat het gordijn turkoois is. Deze Taliban hebben samen volgens hem een heel harde werkelijkheid gemaakt en sterken elkaar steeds in dat werkelijkheidsbeeld. Radicalisering hoort daar ook bij.


Het is een werkelijkheid als een procrustesbed. Wie niet in het beeld past, wie zich niet voegt of wie zich verzet wordt weggehakt uit de samenleving. Een zondaar, een vijand. Pratend komen we ook op de hardheid van een fundamentalistisch geloof. Een harde god, de gedachte dat mensen in- en inslecht zijn, regels, beperkingen en straf, het zijn allemaal elementen die een mens klein en onbeduidend maken. Misschien maakt het dan niet meer uit of er één meer of minder is. Een individu doet er niet toe in de Grote Waarheid. Die wereld is ontdaan van respect, mildheid, empathie, mededogen. De Grote Waarheid is kaal en koud.

Malala zet hier haar individuele wens voor persoonlijke ontwikking tegenover. Ze is islamitisch, als de Taliban. We zien haar aandachtig bidden. Haar variant van de werkelijkheid is mild, rijk en liefdevol. Daar vecht ze voor, met haar vader en voor ons onbekende anderen. Ze heeft geschreven over de misdaden van de Taliban en hield haar strijd om het onderwijs vol tot ze werd neergeschoten. Veel van de interviews, die op Youtube staan, zijn niet te verstaan maar haar uitstraling is duidelijk, krachtig en zelfverzekerd. Ik kijk naar haar met groeiende verwondering en met gevoelens van hoop. Hoop dat het haar zal lukken, als ze overleeft. Ze is een vechter, dat heeft ze bewezen.

Ik hoop op het leven van Malala! Op de vasthoudendheid! Op dat wat overtuiging en verlangen kunnen bereiken!

Iets doen voor Malala en andere vrouwen in Pakistan?

Plannen voor 2024

Het hoeft natuurlijk niet ... plannen voor een nieuw jaar, maar  Ik zou ook op mijn verjaardag plannen kunnen maken of op een willekeurig an...